Ik krijg een sms van Technicus: 'koop de Gentenaar'.
Ik zet het vuur onder mijn tajine af, en begeef me krantenwaarts.
'Fredje en zijn blauwwitte wolk mogen blijven'
44 Mensen hebben gestemd: 7 vinden dat Fredje en zijn wolk moeten verdwijnen, 5 vinden dat alleen Fredje mag blijven, en 32 vinden dat de beeldengroep moet blijven, en moet gerestaureerd worden.
Allez, zeg.
Democratie!
Het is nu maar te hopen dat het ontwerp uitgevoerd wordt zoals het ontworpen is: met een struik onder de wolk, die die lelijke paal verbergt, en zonder dat slingerhaagje, waar de tuinarchitect van de dienst Plantsoenen zijn goesting mee gedaan heeft!
De lente is daar, Fredje mag blijven leven.
Dank aan 32 mensen.
(een beetje ontroerd)
woensdag 11 april 2007
zaterdag 24 maart 2007
Wat komen gaat.
Ik stelde de dienst Kunsten voor van het werk ieder jaar of om de twee jaar te laten herschilderen naar de eigen smaak van telkens weer een andere kunstenaar. Zo zou het een levend ding worden. En daar zouden vast en zeker mooie dingen mee gebeuren, zoals de prachtigste dingen die je kan zien in het 'graffitie-straatje': het Werregarensteegje aan de Hoogpoort, en ook de muur van Nieuwen Bosch in de Tweebruggenstraat.
Dat zou een mooie oplossing zijn, het zou meteen goed onderhouden blijven, en steeds weer verrassend...
'k Ga de naam van deze blog op het Fredje hangen.
Er moet maar eens komen wat er gaat komen.
Dat zou een mooie oplossing zijn, het zou meteen goed onderhouden blijven, en steeds weer verrassend...
'k Ga de naam van deze blog op het Fredje hangen.
Er moet maar eens komen wat er gaat komen.
Verrassing!
De winter was genadig, amper één weekje koud.
De lente laat haar geuren los, de bloembollen geven het beste van zichzelf.
Het is woensdag, ik loop nog even een kringloopwinkel binnen om te vinden wat ik eigenlijk niet zoek. 'k Ga ook eens achteraan zien, daar staan altijd fietsen en fietsjes. Eens kijken of er zo een modelletje staat zoals dat van Fredje. Dan kan ik er alvast aan beginnen, mochten de edele dames en heren van de gemeenteraad ooit beslissen dat het werk moet hesteld worden...
Veel fietsjes, maar niet dàt modelletje.
Mijn nichtje is jarig, op bezoek dan maar, koffie en taart.
'Er staat een nieuw fietsje bij uw Fredje', zegt mijn schoonzus, 'maar 't heeft een andere kleur'.
Ik slik mijn stuk taart geheel en al door.
'Die kwieten van de dienst Kunsten hebben toch niet zelf gezorgd voor een ander fietske!', protesteer ik.
Daarheen.
Inderdaad, een wit fietsje met bleekblauw...
Maar dat is verdorie het originele fietsje!
En het is puik geschilderd, mooi gedaan, zelfs met wat dégradé, knap werk...
De kleuren van de Gantoise, bedenk ik opeens: Buffalo, Buffalo, AA Gent!
En dat staat daar zomaar gewoon geparkeerd tegen dat Fredje.
Ik mail naar de dienst Kunsten, of ze het willen laten ophalen, of teminste het vastleggen met een slot. Ik zou het anders wel zelf meenemen, maja, dan zou dat diefstal zijn, 't is tenslotte van de stad.
Ze zijn het gaan halen, het staat nu in een magazijn, te wachten op wat komen gaat.
Verdorie, ik zou die loeder wel eens willen ontmoeten die dat gedaan heeft.
Hij krijgt (waarom gaan we er zo vlug van uit dat het een mannelijk exemplaar is? Tja, vrouwen zouden er eerder een pulleke voor breien...) van mij een voorstudie van het Fredje, gratis.
De lente laat haar geuren los, de bloembollen geven het beste van zichzelf.
Het is woensdag, ik loop nog even een kringloopwinkel binnen om te vinden wat ik eigenlijk niet zoek. 'k Ga ook eens achteraan zien, daar staan altijd fietsen en fietsjes. Eens kijken of er zo een modelletje staat zoals dat van Fredje. Dan kan ik er alvast aan beginnen, mochten de edele dames en heren van de gemeenteraad ooit beslissen dat het werk moet hesteld worden...
Veel fietsjes, maar niet dàt modelletje.
Mijn nichtje is jarig, op bezoek dan maar, koffie en taart.
'Er staat een nieuw fietsje bij uw Fredje', zegt mijn schoonzus, 'maar 't heeft een andere kleur'.
Ik slik mijn stuk taart geheel en al door.
'Die kwieten van de dienst Kunsten hebben toch niet zelf gezorgd voor een ander fietske!', protesteer ik.
Daarheen.
Inderdaad, een wit fietsje met bleekblauw...
Maar dat is verdorie het originele fietsje!
En het is puik geschilderd, mooi gedaan, zelfs met wat dégradé, knap werk...
De kleuren van de Gantoise, bedenk ik opeens: Buffalo, Buffalo, AA Gent!
En dat staat daar zomaar gewoon geparkeerd tegen dat Fredje.
Ik mail naar de dienst Kunsten, of ze het willen laten ophalen, of teminste het vastleggen met een slot. Ik zou het anders wel zelf meenemen, maja, dan zou dat diefstal zijn, 't is tenslotte van de stad.
Ze zijn het gaan halen, het staat nu in een magazijn, te wachten op wat komen gaat.
Verdorie, ik zou die loeder wel eens willen ontmoeten die dat gedaan heeft.
Hij krijgt (waarom gaan we er zo vlug van uit dat het een mannelijk exemplaar is? Tja, vrouwen zouden er eerder een pulleke voor breien...) van mij een voorstudie van het Fredje, gratis.
zondag 11 februari 2007
Eros en thanatos
Heel die episode ebde gezapig weg in de vloed der tijden.
Iedere keer als ik kon, passeerde ik aan het pleintje.
Eerder had ik me voorgenomen dat, als heel dat ontwerp niet écht gelukt was, awel, dat ik dan altijd in een wijde boog dat pleintje zou vermeden hebben.
Maar ik kon er goed mee leven.
En mensen spraken mij aan: die wolk was een soort mijlpaal geworden.
Ze zeiden dan: neem de Brusselse Steenweg, en aan de Garage Renault neem je links of rechts, al naargelang van waar je komt, en aan de wolk sla je af...
Om de mensen in verwarring te brengen en toch niet te zeveren.
Op een avond passeer ik er weer.
Er is een jonge gast, een jaar of zestien, schat ik, die met een stuk beton aan het zwaaien was dat losgekomen was rond de inplanting van het Fredje (en bedoeld was om geen gras te laten groeien rond dat ventje. U moet weten dat de dienst Plantsoenen grasmaaiers gebruikt met een soort slingerlint, om de perkjes af te grazen, en dat daardoor de schoentjes van het Fredje al serieus gehavend waren).
Hij schopte eerst het zadel van het fietsje scheef en sloeg toen met het beton op het Fredje in.
Mijn eerste reactie was die gast naar de keel grijpen.
Maar toen sprak iemand tegen me (was het een engel?): laat maar, creatie en destructie horen samen, liefde en dood, goed en slecht. Zo zit het leven in elkaar.
Ik kon ook de pijn van die jongen zien. Hij was zo onbegrepen.
En wie ben ik om daar zomaar een vrolijk beeld neer te zetten, en verder mensen te negeren die verwaarloosd worden.
Het hoort bij het leven, bedacht ik bij mezelf.
En ik kon daar goed mee leven.
Iedere keer als ik kon, passeerde ik aan het pleintje.
Eerder had ik me voorgenomen dat, als heel dat ontwerp niet écht gelukt was, awel, dat ik dan altijd in een wijde boog dat pleintje zou vermeden hebben.
Maar ik kon er goed mee leven.
En mensen spraken mij aan: die wolk was een soort mijlpaal geworden.
Ze zeiden dan: neem de Brusselse Steenweg, en aan de Garage Renault neem je links of rechts, al naargelang van waar je komt, en aan de wolk sla je af...
Om de mensen in verwarring te brengen en toch niet te zeveren.
Op een avond passeer ik er weer.
Er is een jonge gast, een jaar of zestien, schat ik, die met een stuk beton aan het zwaaien was dat losgekomen was rond de inplanting van het Fredje (en bedoeld was om geen gras te laten groeien rond dat ventje. U moet weten dat de dienst Plantsoenen grasmaaiers gebruikt met een soort slingerlint, om de perkjes af te grazen, en dat daardoor de schoentjes van het Fredje al serieus gehavend waren).
Hij schopte eerst het zadel van het fietsje scheef en sloeg toen met het beton op het Fredje in.
Mijn eerste reactie was die gast naar de keel grijpen.
Maar toen sprak iemand tegen me (was het een engel?): laat maar, creatie en destructie horen samen, liefde en dood, goed en slecht. Zo zit het leven in elkaar.
Ik kon ook de pijn van die jongen zien. Hij was zo onbegrepen.
En wie ben ik om daar zomaar een vrolijk beeld neer te zetten, en verder mensen te negeren die verwaarloosd worden.
Het hoort bij het leven, bedacht ik bij mezelf.
En ik kon daar goed mee leven.
Ik wil mijn ontwerp terug!
Ik was al eens gaan reclameren op de dienst Plantsoenen, om die struik nu eens écht onder mijn wolk te gaan plaatsen. Dat ging voor mekaar komen, maar het kwam niet voor mekaar. Bovendien, doordat de aannemer zijn hele citern beton in die funderingsput gestort had, was er te weinig aarde om die plantjes tot volle wasdom te laten groeien.
Ik kon het niet meer aanzien.
Op een regenachtige zondagmorgen sleurde ik wat struiken uit het slingerhaagje, en plantte die onder mijn wolk.
En de rest van de haag zou ik, eenmaal de struik die kotslelijke paal verborg, eigenhandig plantje per plantje wurgen.
Niet veel later merkte ik dat de dienst Plantsoenen mijn kunstgreep ongedaan had gemaakt.
Alsof het een vandalenstreek was geweest.
Ik kon het niet meer aanzien.
Op een regenachtige zondagmorgen sleurde ik wat struiken uit het slingerhaagje, en plantte die onder mijn wolk.
En de rest van de haag zou ik, eenmaal de struik die kotslelijke paal verborg, eigenhandig plantje per plantje wurgen.
Niet veel later merkte ik dat de dienst Plantsoenen mijn kunstgreep ongedaan had gemaakt.
Alsof het een vandalenstreek was geweest.
Help, mijn ontwerp wordt gestolen!
De dienst Kunsten, die al op zovele harten had getrapt, met haar onuitputtelijke vragen en verlangens om hand- en spandiensten te verlenen aan het wolkenproject, had nu de dienst Plantsoenen bij de stropdas genomen. De struik diende aangeplant te worden. De verantwoordelijke landschapsarchitekt had gekozen voor de sneeuwbes. Een inheemse struik die het goed doet in stedelijk gebied, en altijd groen blijft.
Ik was er bij toen het team in de aanval ging.
Tot mijn verwarring zag ik dat die architekt een plan ontworpen had, dat bestond uit een slingerend haagje, dat dwars over het pleintje slingerde, en de inplanting van een bankje dat ontworpen en besteld was door nog andere stadsdiensten, en uit gerecycleerd plastiek was gemaakt.
Tja, wat moest ik daar mee?
Het was toch: wolk-regenpijp-struik?
Nu goed, die stuikjes waren piepjong. Ze moesten nog even wennen aan hun nieuwe omgeving en groeien, en groeien. Eigenlijk was dit één van de eerste kunstwerken die ooit ontworpen zijn die alleen maar groeiend zichzelve ik zouden worden. Tijd.
En dat bankje, wel ja, daar kwamen bejaarden op verpozen.
Er was eens een man die zijn pensioen had verdiend als huisschilder, en kritische opmerkingen maakte over dat gekladder op die wolk, dat dat geen stielman waardig was.
Nuja, ik kan soms dodelijk zwijgen...
Ik was er bij toen het team in de aanval ging.
Tot mijn verwarring zag ik dat die architekt een plan ontworpen had, dat bestond uit een slingerend haagje, dat dwars over het pleintje slingerde, en de inplanting van een bankje dat ontworpen en besteld was door nog andere stadsdiensten, en uit gerecycleerd plastiek was gemaakt.
Tja, wat moest ik daar mee?
Het was toch: wolk-regenpijp-struik?
Nu goed, die stuikjes waren piepjong. Ze moesten nog even wennen aan hun nieuwe omgeving en groeien, en groeien. Eigenlijk was dit één van de eerste kunstwerken die ooit ontworpen zijn die alleen maar groeiend zichzelve ik zouden worden. Tijd.
En dat bankje, wel ja, daar kwamen bejaarden op verpozen.
Er was eens een man die zijn pensioen had verdiend als huisschilder, en kritische opmerkingen maakte over dat gekladder op die wolk, dat dat geen stielman waardig was.
Nuja, ik kan soms dodelijk zwijgen...
Plaatselijk bewolkt


Voortaan had ik alle tijd om die wolk verder af te werken.
Bovenaan moest ze gedicht worden. Ik had een soort verzamelbadje gemaakt dat het regenwater naar een afvoerbuis leidde, en in de koperen regenpijp terecht kwam. Als het regent zou er dus ook echt water uit die buis komen.
Maja, hebt ù daar ooit al eens op gelet?
En onderaan moest het gapende gat gedicht worden.
Er waren vele mooie weekends. En steeds weer stond ik daar tegen mijn wolk aangeschurkt, met borstels en potten. En dan kon ik de mensen uit de buurt het Fredje zien voorstellen aan hun kinderen, die dan ook altijd wel eens op het fietsje wilden zitten.
En ze wezen dan naar die rare kwiet, die dus een 'kunstenaar' was.
Als waarschuwing, bedacht ik dan.
Inhuldiging
Stormen zal ik bedwingen, armoe en bittere kou...
Zo gaat het er aan toe in het liedje van Raymond v.h.G.
Het was zondag 02.05.2002
Het waaide weer storm.
De dienst Kunsten had een mooi programma geknutseld.
Bovenop de wolk was er een zeil gespannen, om het monument te 'onthullen'.
De kunst bestond erin het zeil daar te laten, en niet van het te laten vallen. Dat bleek niet erg mogelijk. Maar er was ook voorzien in een vrolijk orkestje dat rommelige muziek speelde. Echte kunst. Ik was er zot van, en helemaal gek dat dit alles te mijner eer en glorie gebeurde.
En er was ook een optreden van de legendarische weerman Armand Pien, die een hele speech afstak, waarin hij voorspelde dat Gentbrugge voortaan steeds plaatselijk bewolkt ging blijven, maar dat daar tegenover stond dat er wel altijd twee mooie opklaringen zouden verschijnen in de vorm van mijn dochters...
Spijtig dat ik niet heel zijn lofzang kon horen, ik werd overstelpt met vragen van journalisten. Tja, het was zondag, de persen wachtten op de maandagkrant.
Zo gaat het er aan toe in het liedje van Raymond v.h.G.
Het was zondag 02.05.2002
Het waaide weer storm.
De dienst Kunsten had een mooi programma geknutseld.
Bovenop de wolk was er een zeil gespannen, om het monument te 'onthullen'.
De kunst bestond erin het zeil daar te laten, en niet van het te laten vallen. Dat bleek niet erg mogelijk. Maar er was ook voorzien in een vrolijk orkestje dat rommelige muziek speelde. Echte kunst. Ik was er zot van, en helemaal gek dat dit alles te mijner eer en glorie gebeurde.
En er was ook een optreden van de legendarische weerman Armand Pien, die een hele speech afstak, waarin hij voorspelde dat Gentbrugge voortaan steeds plaatselijk bewolkt ging blijven, maar dat daar tegenover stond dat er wel altijd twee mooie opklaringen zouden verschijnen in de vorm van mijn dochters...
Spijtig dat ik niet heel zijn lofzang kon horen, ik werd overstelpt met vragen van journalisten. Tja, het was zondag, de persen wachtten op de maandagkrant.
zondag 4 februari 2007
Stürm und Drang!

Ondertussen was de aannemer geweest om de putten, die ook alweer door de dienst Wegenwerken gegraven waren, te vullen met zijn betonijzers en een citern stortbeton.
Hij liet meteen heel die put vollopen met zijn gerief, omdat je niet met een halflege citern terug naar huis rijdt, wat moet je dààr mee doen?
Het zou nog nare gevolgen hebben voor mij. Wel stevig, maar weinig vruchtbaar!
Hij deed dat node. Daar viel niet veel aan te verdienen, maar zijn goede opdrachtgever Johan, mijn broer, had hem dat goed in zijn oren gepeperd, en hij kon daar niet aan weerstaan.
Enkele dagen later, op een donderdag (Thonnerstag!), stuurde de dienst Wegenwerken zijn beste chauffeur om mijn wolk op te halen, en ik stond gereed met mijn Fredje en zijn fietsje.
Het stormde!
Zware luchten, woeste windstoten, soms tot 100 km per uur, had weerman Armand Pien voorspeld...
Het was alsof god nog eens wilde tonen dat hij, en hij alleen scheppingen schiep.
Ik kreeg serieuze tegenwind!
Die paal op die zes ankerbouten krijgen, dat ging nog. Gelukkig klopten de coördinaten van de betonijzers met de gefreesde gaten in de bodemplaat van de paal. Dàt was een meevaller...
Toen moest de binnenconstructie van de wolk op de bovenplaat van de paal gefixeerd worden. Dat was een ander paar mouwen.
Met linten aan de basisconstructie werd de wolk van de vrachtwagen getild.
Ik zeg nog aan die goedmoedige chauffeur dat hij zijn optilpunten goed moet uitkiezen, want zo een wolk, dat doet zijn goesting, dat had ik al ondervonden.
Dat zwaaide naar links, dat zwaaide naar rechts...
Dat zwaaide naar overal, uitgenomen naar die paal.
Gelukkig, nuja, gelukkig..., had ik twee steuntjes aan dat binnenwerk geLasVegast, die buiten de polyesteren wolk uitstaken om ze hanteerbaarder en manipuleerbaarder te maken.
Die goedmoedige chauffeur, een rots van een vent, en ik, een uitgewaaid prototype, stonden daar maar aan die touwtjes te lokken en te trekken.
Er was maar één plaats waar die wolk nièt wilde zijn: boven op die paal!
Ik kreeg er krampen van.
Ik zeg: 'laat ons heel diene boel opgeven, en morgen opnieuw beginnen!'
'Blaaft ruustig', zegt hij.
Ik geef het op...
Wonderwel slaagt hij erin van die twee platen op elkaar te laten rusten...
We waren elkaar met al dat getrek al heel de tijd aan het tegenwerken.
Tjonges toch! Soms heb je personeel teveel.
God verslagen.
Die kloefen van bouten verdwijnen in die ass-holes en ik wring ze zodanig vast dat de eeuwigheid er geen grip meer op heeft.
De tijd doet zijn werk, zondag is het inhuldiging.
Intermezzo
Even terzijde nu.
Mijn jongste dochter Nara kreeg toen dus haar nieuwste project, Imèn.
De dag dat ik deze weblog betrad, kreeg mijn oudste dochter Asoeka haar Estée!
Ongeveer op hetzelfde uur...
't Is voeder voor mensen die niet houden van toeval, maar eerder geloven in synchroniciteit.
Mensen die hun spirituele gelaagdheid aanvaard hebben, dus.
Ik was er toen nog niet aan toe, maar het ging nog komen...
Het geeft wel te denken over dat symbool van vruchtbaarheid, dat ik aan het scheppen was.
Maar we gaan weer verder op het pad van Fredje.
Mijn jongste dochter Nara kreeg toen dus haar nieuwste project, Imèn.
De dag dat ik deze weblog betrad, kreeg mijn oudste dochter Asoeka haar Estée!
Ongeveer op hetzelfde uur...
't Is voeder voor mensen die niet houden van toeval, maar eerder geloven in synchroniciteit.
Mensen die hun spirituele gelaagdheid aanvaard hebben, dus.
Ik was er toen nog niet aan toe, maar het ging nog komen...
Het geeft wel te denken over dat symbool van vruchtbaarheid, dat ik aan het scheppen was.
Maar we gaan weer verder op het pad van Fredje.
Paasvakantie 2

Mijn oudste dochter maakte opmerkingen over het feit dat ik nu al twee keer naar Brazilië was getrokken met haar zus, en nog niet met haar.
Daar moest een eind aan komen.
Maar helaas, mijn opdracht riep me. En had ik toegegeven aan mijn dochter , wel, D.P. had me levend gevild, geschild en gewild. Dat zou vreselijk geweest zijn.
Johan vertrok met zijn gezinnetje in zijn camper naar zuiderse oorden.
Of ik op zijn visjes en het parkietje wilde passen.
Jazeker, ik bracht zelfs het Fredje mee.
Het was een heerlijke veertiendaagse Paasvakantie, alle dagen zon, voortdurend temperaturen van rond de 20 graden, ideaal om met al die chemische producten te werken, in zijn mooie geriefelijke en beschutte tuin.
Het Fredje kreeg vorm, kleur en uitstraling.
Zijn fietsje ook.
Het was nu wachten op het grote ogenblik!
Dat kwam er in de vorm van mijn kleindochter Imèn...
't Fredje

Ik was nu een pak zenuwen kwijt. Het had me superhoog gezeten. Een jaar van hoogspanning. Ik kon nu rustig de dingen hun gang laten gaan. En nu eindelijk eens het Fredje scheppen.
Ik maakte de definitieve tekening en liet die uit metaal snijden met lasertechnologie.
In mijn ontwerp diende dat Fredje tweedimensionaal te zijn, plat dus, omdat het een soort stripfiguurtje moest worden. Maar omdat die lasertechnologie niet kan snijden in platen die dikker zijn dan een centimeter, moest ik er twee laten maken, en die dan laten monteren op een chassis. Zodat het een dikte zou hebben van 5 cm, en dus geen snijmes zou zijn voor een ongelukkige fietser die ertegen reed, en in twee gelijke delen eindigde.
Goed nieuws! Ik mocht mijn Fredjes gaan halen.
De camper van Johan kwam weer goed van pas!
't Is niet waar hé! Ik krijg twee Fredjes van 27 cm hoog, precies het formaat van mijn tekening.
Jamaar, dat moest uitgevoerd worden op een bovengrondse hoogte van 1.20 meter!
Foutje.
zaterdag 3 februari 2007
Het gaat weer vooruit

Die wolk, die stond daar, we zagen de donkerste dagen van het jaar.
Bovenaan was ze nog altijd open, om ze te kunnen transporteren en monteren.
Ik had er een zeil overgespannen, om roest te vermijden.
Maar was dat eigenlijk wel nodig?
Ik had zoveel dag en nacht tijd gehad dat die constructie onder allerlei waterwerende lagen zat, van tin, zink tot rubber en waterwerende verf.
Op een koude sneeuwrijke maandagmorgen is er een trucker tegen gereden. De wolk lag enigszins op zijn zij, de truck, daar waren kosten aan.
Ik bedank de stagiair-ingenieur die mijn constructieplan getekend heeft hartelijk.
Zijn berekeningen waren voorzien op een impact van 65 ton.
Daar moest ocheere een dertigtonner wel even voor wijken.
Er werd een afspraak gemaakt.
Zondag 5 mei 2002 zou de inhuldiging plaatsvinden.
Dan had ik heel de paasvakantie om het Fredje en het fietsje af te werken.
Dat fietsje had ik ondergebracht in mijn kleine appartementje.
Daar kon ik me heel de winter mee zoet houden.
Ik had met mijn fiets alle fietswinkels afgestruind op zoek naar een ideale occasie.
Die vond ik in de buurt van Merelbeke.
12 euro, een topkoop voor iets dat later een begeerd kunstwerk zou worden!
Ik liet het zandstralen, zette er een laag zink op, en de eerste lagen componentenlak.
De bandjes spoot ik op met PU-schuim.
Ik was echter vergeten dat het drijfgas in zo'n spuitbus zwaarder is dan de lucht. Ik zag een wolkige massa zich verspreiden over mijn vloer, en het waakvlammetje van mijn gasradiator bereiken. Opeens stond heel mijn appartement in brand!
Paniek...
Maar omdat het zo'n vluchtig iets was, was het ook vlug opgebrand, en bleef er alleen hier en daar nog een stuk krant branden. Hetgeen ik kon blussen met de spagetti die op mijn vuurtje aan het garen was.
Wat een hondenleven zeg, dat van kunstenaar...
Life goes on



Er was nog niet veel veranderd. Geen andere locatie gevonden.
D.P. belt me om te zien of ik nog leef.
Dat valt dus mee...
Ze vraagt me of ik nu weer dag en nacht aan mijn wolk wil werken, en ik beloof het. Zij het dat het vooral spirituele arbeid zal zijn.
Die wolk moet hoe dan ook kunnen ophangen, anders kan ik nooit zijn buik afmaken.
Ik stop in die wolk wel een aantal dierlijke elementen: aan de linkerkant ziet de wolk er uit als een drachtig paard, en aan de andere kant als een koe met uit-stekende heup, en volle uier.
Tja, het moet toch het symbool van vruchtbaarheid zijn hé?
Maar zullen de mensen dat er in zien? Mensen kijken wel, maar 'zien' weinig...
Vooraan krijgt ze de neus van een dolfijn en een oog aan de linker kant, en een zonnige smile.
Ondertussen blijft Las Vegas maar doorgaan, de wolk steeds groter, in plaats van 4 x 4 x 2 m, meet ze nu 5 x 5 x 2,5 m.
Het feit dat het licht steeds van boven komt, maakt het me extra moeilijk om de effecten en de vormen te maken. In de realiteit zal het licht van overal komen. Dat wordt afwachten...
Maar het kan niet blijven duren.
De dienst Feestelijkheden heeft de sleutel van het magazijn gekregen en de arbeiders zijn begonnen met de grote verhuis. De geur in die ruimte is evenwel niet te harden. Polyester stinkt onmenselijk en 'pakt' op de adem...
Ik beslis van het roer weer in mijn handen te nemen, en huur twee katrollen, elk met een draagkracht van een ton. Ik bevestig die tussen de steunpalen van het dak die het dichtst bij elkaar staan. Valt het dak in, awel, ja, dan ook mijn leven.
Eindelijk kan ik verder werken.
Niet gemakkelijk: hoe bevestig je nu lapjes glasvezel aan wat kippengaas aan de onderkant van een wolk. De oplossing is van eerst de binnenkant te doen, en dan daarop de buitenkant, omdat je daardoor meer 'contact' hebt. Het blijft een vreselijk gedoe...
Als ik ooit maar één spatje polyester in mijn ogen krijg ben ik blind!
Waar moet ik dan naar toe? Ik zit hele dagen alleen in dat magazijn.
Op een dag lig ik weer op mijn rug onder dat beest, en het begint opeens te schuiven, de katrollen leiden het naar zijn laagste punt. Ik kan nog net mijn arm terugtrekken of ik zat klem tussen een 400 kg zware wolk en de betonnen vloer. Hoelang zou ik daar gelegen hebben?
Ik denk er niet meer aan, het heeft me al zoveel ellende gekost, dat ik er wel een arm voor over heb.
De arbeiders van de dienst Feestelijkheden zijn het nu zo kotsbeu van in die stank te moeten werken dat ze een truuk aanwenden. Ze vragen me de sleutel, omdat ze die zogezegd niet bijhebben. Ik geef de mijne af, en ik krijg hem nooit meer terug. Vanaf nu moet ik letterlijk inbreken om verder te kunnen werken.
Het is eind augustus. D.P. voorziet de inhuldiging eind september. Alleen de bouwvergunning moet nog geregeld worden. Ze vraagt of ik écht niet zelf voor een oplossing kan zorgen, om mijn liefdeskind op te bergen...
Mijn werkgever heeft een bus-autocar-en transportbedrijf, misschien wil hij die wolk wel even tussen zijn mobiele kunstwerken laten pauzeren voor veertien dagen...
September wordt uitgesteld naar oktober. Oktober wordt uitgesteld naar november. November wordt uitgesteld naar december. De bouwvergunning wordt maar niet uitgereikt. Normaal kan de stad die zelf geven, maar omdat het een bouwaanvraag van de stad zelf is, moet het via Brussel passeren.
Ik neem de telefoon, zet een groot bord voor mijn ogen waarop staat: 'Vriendelijk Blijven!', en bel naar D.P.
De enige oplossing voor de inhuldiging is de lente van 2002. Ik kan geen funderingen laten gieten in de vrieskou, en om met polyester te kunnen werken moet het minstens 15 graden zijn.
Onmogelijk! Het werk moet uitgevoerd worden in het jaar waarin het budgettair geboekt is. Anders zit de Stadskas in de problemen, want de budgetten zijn al ingeschreven.
Ik hou mijn been stijf, en blijf vriendelijk.
Mijn wolk overwintert op de parking van mijn werk.
Op een dag zegt mijn baas: sinds dat die wolk hier ligt, heeft het nog niet opgehouden met regenen...
Het is waar, het was de natste herfst ooit.
Paasvakantie
Deze keer hadden we besloten het land te verkennen door vrij rond te trekken.
We planden verschillende afspraken met mijn broer, met zijn vrouw, waarmee hij gescheiden leefde en hun zoon Junior, die ook alleen woonde. We bezochten de watervallen van Foz do Iguacu, en vandaar namen we de bus naar Curitiba, een moderne stad, met een museum voor hedendaagse kunst! Een dag rijden. Ondertussen zagen we de soms eentonige landschappen. Ik las een boek van Claire Goll, een Parijse Joodse die heel wat kunstenaars had gekend. Boeiend.
Het museum was gesloten, de laatste tentoonstelling was net afgesloten. Ik legde aan een vriendelijke man uit dat ik speciaal van België kwam om zijn museum te zien, en plots gingen alle lichten weer aan.
Dan weer naar het zuiden: Floreanopolis, de hoofdstad van het schiereiland Santa Catarina. Een heel westerse mooie streek, waar ook veel kunstenaars wonen. Nu weet ik waarom: een paradijs!
En voor een kunstenaar die getergd en getormenteerd wordt bij de creatie van zijn creaties, komt het van pas van even te verwijlen in het paradijs...
De voorlaatste dag komt Junior ons ophalen in de luchthaven van Rio, en we brengen de avond door bij zijn moeder. Ze heeft een karaoke gekocht, en we zingen allen samen religieuze liederen. Hij is voorganger van een protestante kerk, en die avond nog vertrekt hij met een busje en enkele vrienden naar een religieus congres in Bello Horizonte.
De volgende middag zou zijn moeder ons dan weer naar de luchthaven brengen. Daarom deden we onze Reals op aan allerlei prullaria.
Die volgende morgen: 11 uur. Haar GSM rinkelt: aloa? aloa? aloa?
Ze stort zich op de grond, aanroept Jezus en alle heiligen...
Haar zoon en het busje zijn die morgen tegen een boom gereden. Twee doden en zeven zwaar gekwetsten, waaronder Junior.
Wij moeten er vandoor. We nemen een taxi, maar onze reals zijn op. Ik zal moeten geld afhalen met mijn Visa op de luchthaven, met mijn dochter als onderpand...
Heel de weg en heel de vlucht zitten we te wenen. Zo'n goede jongen, getalenteerd, vriendelijk, knap, sportief, slim,... 24 jaar. Ik belde naar mijn broer in Recife. Hij vertrok onmiddellijk naar Rio. Een week heeft hij aan het bed van zijn zoon gezeten. Alleen met bier en whisky binnen handbereik. Hij is toch nog gestorven. Ze hadden maar één kind.
We planden verschillende afspraken met mijn broer, met zijn vrouw, waarmee hij gescheiden leefde en hun zoon Junior, die ook alleen woonde. We bezochten de watervallen van Foz do Iguacu, en vandaar namen we de bus naar Curitiba, een moderne stad, met een museum voor hedendaagse kunst! Een dag rijden. Ondertussen zagen we de soms eentonige landschappen. Ik las een boek van Claire Goll, een Parijse Joodse die heel wat kunstenaars had gekend. Boeiend.
Het museum was gesloten, de laatste tentoonstelling was net afgesloten. Ik legde aan een vriendelijke man uit dat ik speciaal van België kwam om zijn museum te zien, en plots gingen alle lichten weer aan.
Dan weer naar het zuiden: Floreanopolis, de hoofdstad van het schiereiland Santa Catarina. Een heel westerse mooie streek, waar ook veel kunstenaars wonen. Nu weet ik waarom: een paradijs!
En voor een kunstenaar die getergd en getormenteerd wordt bij de creatie van zijn creaties, komt het van pas van even te verwijlen in het paradijs...
De voorlaatste dag komt Junior ons ophalen in de luchthaven van Rio, en we brengen de avond door bij zijn moeder. Ze heeft een karaoke gekocht, en we zingen allen samen religieuze liederen. Hij is voorganger van een protestante kerk, en die avond nog vertrekt hij met een busje en enkele vrienden naar een religieus congres in Bello Horizonte.
De volgende middag zou zijn moeder ons dan weer naar de luchthaven brengen. Daarom deden we onze Reals op aan allerlei prullaria.
Die volgende morgen: 11 uur. Haar GSM rinkelt: aloa? aloa? aloa?
Ze stort zich op de grond, aanroept Jezus en alle heiligen...
Haar zoon en het busje zijn die morgen tegen een boom gereden. Twee doden en zeven zwaar gekwetsten, waaronder Junior.
Wij moeten er vandoor. We nemen een taxi, maar onze reals zijn op. Ik zal moeten geld afhalen met mijn Visa op de luchthaven, met mijn dochter als onderpand...
Heel de weg en heel de vlucht zitten we te wenen. Zo'n goede jongen, getalenteerd, vriendelijk, knap, sportief, slim,... 24 jaar. Ik belde naar mijn broer in Recife. Hij vertrok onmiddellijk naar Rio. Een week heeft hij aan het bed van zijn zoon gezeten. Alleen met bier en whisky binnen handbereik. Hij is toch nog gestorven. Ze hadden maar één kind.
Problemen
Die wolk begon al een bepaalde vorm te krijgen, maar er was een probleem: ze stond nog altijd op de grond. Mocht ik die ophangen aan het gebinte?
Neen! Het is een zelfdragend dak, met amper enkele steunpilaren, en er was geen enkele ingenieur bereid van daar eens te komen naar kijken, en zijn handen in het vuur te steken, om mij uit de nood te helpen. Ik stond daar dus met een halve vorm.
Bovendien liep de maand ten einde, en ik herlas nog eens de overeenkomst die ik getekend had. Iedere dag dat ik het magazijn langer gebruikte dan 31 maart diende ik 250 euro per dag te betalen! Dat had ik even over het hoofd gezien.
De felle madam van de dienst Kunsten beloofde mij stellig uit te kijken naar een andere lokatie.
Ik moest dan standby zijn om onmiddellijk klaar te zijn om er weer in te vliegen.
Maar de Paasvakantie wenkte, ik voelde al nattigheid, dit zou nooit lukken.
Ik deed alles wat ik kon, iedereen deed alles wat zij of hij kon.
Dat zijn situaties die ik ken: als het niet meer op te lossen is, lost het zichzelf wel op.
Mijn jongste dochter en ik konden een goedkope vlucht naar Rio versieren, en weg waren wij. We wilden die vakantie van het vorig jaar nog eens overdoen.
De felle D.P. van de dienst Kunsten kreeg een hartstilstand, bij wijze van metafoor gesproken.
Neen! Het is een zelfdragend dak, met amper enkele steunpilaren, en er was geen enkele ingenieur bereid van daar eens te komen naar kijken, en zijn handen in het vuur te steken, om mij uit de nood te helpen. Ik stond daar dus met een halve vorm.
Bovendien liep de maand ten einde, en ik herlas nog eens de overeenkomst die ik getekend had. Iedere dag dat ik het magazijn langer gebruikte dan 31 maart diende ik 250 euro per dag te betalen! Dat had ik even over het hoofd gezien.
De felle madam van de dienst Kunsten beloofde mij stellig uit te kijken naar een andere lokatie.
Ik moest dan standby zijn om onmiddellijk klaar te zijn om er weer in te vliegen.
Maar de Paasvakantie wenkte, ik voelde al nattigheid, dit zou nooit lukken.
Ik deed alles wat ik kon, iedereen deed alles wat zij of hij kon.
Dat zijn situaties die ik ken: als het niet meer op te lossen is, lost het zichzelf wel op.
Mijn jongste dochter en ik konden een goedkope vlucht naar Rio versieren, en weg waren wij. We wilden die vakantie van het vorig jaar nog eens overdoen.
De felle D.P. van de dienst Kunsten kreeg een hartstilstand, bij wijze van metafoor gesproken.
Oh, Las Vegas!

Goed nieuws, de gemeenteraad heeft toestemming gegeven om het magazijn aan de Gasmeterlaan te gebruiken vanaf eind februari tot eind maart 2001.
Ik dien het gebouw degelijk te verzekeren voor die periode, voor een waarde van een miljoen euro.
De doodskist wordt opgehaald door de dienst Wegenwerken.
Ik sta daar, in een enorme hall, de doodskist klinkt als een holle geeuw als ze door de onhandige kraanman voor mijn voeten wordt neergeploft.
Hier moet ik dus een wolk van maken.
In mijn lange speurtocht naar het 'Hoe', was ik via de Gouden Gids op een krachtig man gestuit: een handelaar in materialen voor de scheepsbouw, jachten in het bijzonder, uit Oostende. Hij gaf ook nog eens les in de vakschool aldaar, en was een krak in materialen en technieken. Daar heb ik iets aan gehad!
Er was maar één oplossing: lassen...
Sindsdien kon je me voortdurend waarnemen met metalen latten, op mijn fiets, want ik had geen auto. Alle doe-het-zelfzaken van Gent zaten weldra zonder metaal.
En na mijn eerste schuchtere pogingen begon dat lassen heel goed te lukken.
Die metalen latten boog ik over mijn buik in de gewilde vorm, en hop weer Las Vegas!
Dat was dan ook het liedje dat ik voortdurend zong uit volle borst, ook om mijn angst wat te verjagen, want ik zat daar voortdurend alleen, en ik was wel verplicht om binnen in mijn wolk te gaan kruipen, om te kunnen lassen. Ik had voortdurend rubberen laarzen en handschoenen aan, bang dat ik er op een onverdacht moment zou uitzien als de menselijke lampenkappen in de Aboegreipgevangenis in Bagdad.
Het jaar 2000

Omdat het Fredje pas in de begroting van het jaar 2001 kon ingeschreven worden, had ik heel het jaar 2000 ter beschikking om mij voor te bereiden.
Na enkele bijeenkomsten met de dienst Kunsten en afgevaardigden van andere diensten, lagen enkele vragen op definitieve afspraken te wachten.
Zou ik een lokaal ter beschikking krijgen om die wolk te maken. Was er een ingenieur van de Technische dienst die een constructieplan en een andere die een stabiliteitsplan kon maken, was er iemand die mij kon helpen om die wolk te maken uit polyester, want dat plan met inox werd afgevoerd, wegens veel te lelijk en te ingewikkeld.
Ik zou wel een ruimte ter beschikking kunnen krijgen, voor een beperkte tijd.
De dienst Feestelijkheden had een groot magazijn gekocht van Ivago, de reinigingsdienst.
Voor de andere problemen moest ik helaas zelf een oplossing vinden.
Mijn broer is architect, die zou wel een oplossing weten. Wederom helaas was niemand van de ingenieursbureau's waar hij mee werkte bereid om zo'n studie te maken. Als ik die wolk van baksteen en beton zou maken, dan was er geen probleem...
De tijd begon te dringen, want ik moest met alles klaar zijn om direct te kunnen starten van zodra het magazijn beschikbaar was.
Uiteindelijk was een jonge ingenieur op een groot studiebureau bereid een constructieplan op te maken.
Was me dat een mastodont!
Ongetwijfeld had hij voor alle zekerheid al zijn uitkomsten met 100 vermenigvuldigd om zeker geen problemen te hebben.
Johan zag dat al niet meer zitten, mijn grote plan. Voortdurend moest ik hem vragen om die studie uit te tekenen op een plan voor het constructieatelier. Tja, die mannen van de bouw, ge moet veel bellen en veel geduld hebben. Ik werd al bijna zot en het moest nog beginnen.
Kerstavond vierden we bij ons moeder, en toen we goed gelachen hadden, haalde ik zijn laptop boven tafel, en ik zei: gedaan met lachen: tekenen!
Hij heeft een goed maar taai hart, en zo geschiedde.
De eerste week van januari trok ik met mijn plan naar een metaalconstructieatelier in de straat waar het Fredje zou komen te staan.
Allemaal goed en wel, wie zou hem betalen?
Ah, de stad Gent!
Oeioei, zegt hij, dat zou drie tot zes maanden kunnen duren. Of ik dat zelf niet wilde betalen?
Dat was nu de vraag die ik vergeten was te stellen: hoe zat dat met de financiering van mijn project, de stad had dat budget toch goedgekeurd, en de fondsen vrijgemaakt?
Neen dus, ik moest dat zelf financieren, en als alles goed en stabiel er stond, mocht ik mijn faktuur opsturen.
Ik kan soms overtuigend zijn. De man bestelde telefonisch de stalen balken, en hij zei er nog bij: ASAP! Dat betekent: as soon as possible. Een man van de daad...
Ik heb dat nog dikwijls gelezen en gehoord, de volgende maanden: wanneer kwam ik die doodskist halen (het was een kolos in de vorm van een lijkkist, en als je die van de Mont Blanc zou smijten, dan kwam die ongetwijfeld levend beneden), en wanneer zou ik overschrijven?
Maar voorlopig was de vraag: hoeveel zou dat kosten. Hij stelde voor van er aan te beginnen en zijn uren te rekenen. Dat had mijn broer afgeraden. Tja, zoiets is altijd af te raden.
'Mijn broer is architect, en heeft uitgerekend dat het 5000 euro zal kosten, BTW inbegrepen', zeg ik. 'En hij heeft altijd gelijk...'
Met de faktuur van de ingenieur zat ik al na twee opdrachten aan de helft van mijn budget. Het begon spannend te worden.
zondag 28 januari 2007
Mannen maken plannen



Die cheque valt eigenlijk wel mee.
Die reis die ik op het oog had komt er aan. Ik ga samen met mijn jongste dochter naar Brazilië, op bezoek bij mijn broer die daar al dertig jaar woont.
Het is een heerlijke Paasvakantie.
We reizen via Rio, waar hij een villa heeft, en waar 's nachts de geweerschoten te horen zijn van de rivaliserende drugsbendes in de favella's, naar Recife waar hij woont, en talloze andere wondervolle plaatsen en locaties.
Ondertussen maak ik voortdurend schetsen en aquarellen van dat ventje dat ik Fredje noem.
Hoe zal Fredje er eigenlijk uitzien?
Maar dat Fredje, is dat eigenlijk niet mijn eigen zelve ik?
En hoe zal ik die wolk maken...
Het budget dat mij door de stad wordt toegeëigend bedraagt slechts 12.500 euro, alles inbegrepen, ook BTW.
Daar moet een man met een commerciëel verleden sponsering voor kunnen krijgen.
Ik besluit dat die wolk zal gemaakt worden in roestvrij staal, inox, dat ik zal drijven, marteleren, hameren en slaan tot ik de juiste vorm heb. De staalfabriek Sidmar, nu Arcelor en nog strakser Mittal, zegt me initiëel toe dat ze het staal wil schenken.
Een roemrijke toekomst ligt wijdbeens op me te wachten...
Plots wereldberoemd

Er wordt vergaderd. Een actieplan wordt opgesteld.
Foto's worden genomen, journalisten vragen ons de pieren uit ons oren.
Wat ben ik blij dat ik mijn dochters hierin betrokken heb. Ze zijn de ideale bliksemafleiders voor mijn timide zelf.
Op een ijzige dag sta ik te poseren op het bewuste pleintje met mijn fiets in de hand. De fiets die nog heet is van zijn Toscaanse ritten. Ik zit een koffie te drinken met een journaliste in een café rechtover het stadhuis. Ik vraag nog: hoe zal ik u herkennen?
Heel gemakkelijk zegt ze, ik ben een Chinese.
In januari 2000 wordt op het St.-Baafsplein een tentoonstelling gehouden met de ontwerpen van alle 97 deelnemers. Die hangen op aluminium installaties.
De dienst Kunsten weet van aanpakken.
Tegelijk is er de officiële overhandiging van de cheque die ik won, in de schouwburg NTG, uit de handen van de nu al legendarische burgemeester Frank Beke.
Weer buiten heb ik handen en voeten te weinig om mijn ontwerp uit te leggen.
Het geeft me ook de kans om de andere ontwerpen te bekijken. De meest bizarre inzendingen.
Een reuzengrote mol met vlag, een beeld van een koe, schaap en geit aan een ronde tafel, een waslijn met kousen van buurtbewoners, een knuffelmuur met persoonlijke objecten van buurtbewoners, twaalf zuilen met een stukje haar van de buurtbewoners op de top, een sculptuur van een kip met draaibaar hoofd, struiken gesnoeid in de vorm van een auto...
Op het pleintje zelf wordt ook een installatie geplaatst met mijn ontwerp erop. Beste buurtbewoners, hier komt binnenkort een kunstwerk te staan geheel en al ter uwe eer. Er zijn er vele die denken dat die installatie het kunstwerk zelf is...
Het oordeel van de jury
Het ontwerp getuigt van een frisse, eenvoudige benadering die aanleunt bij volkskunst. Het ontwerp heeft geen pretenties en KUNST wordt op een voor deze locatie juiste en evenwichtige manier gerelativeerd. Het groot gevoel voor subtiel detail en afwerking overtuigt de jury dat bij uitvoering de kitsch ruim artistiek overstegen wordt. Het ontwerp is beminnelijk en zal zowel door volwassenen als kinderen uit de buurt gemakkelijk toegeëigend worden.
Oei, laureaat!
Mijn ontwerp, met alle technische, financiële en filosofische gelaagdheden zat sterk gestructureerd in elkaar. Hetgeen niet kan gezegd worden van mezelf. Alles zat in een map, en het zag eruit als een catalogus van een vertegenwoordiger van gasboilers. (Ook dàt niet...). Ik ging het persoonlijk afgeven in de Veldstraat, het adres van de Dienst Kunsten, een indrukwekkend herenhuis, nuja, indrukwekkend, ik heb zelf lang in een herenhuis gewoond.
Eind oktober, ik kom van mijn werk, het is al donker. Telefoon.
'U spreekt met D.P. van de dienst Kunsten van de stad Gent. U bent laureaat van de wedstrijd 'Kunst in de Buurt'!
...
'Hallo?"
Heu, ja, euh...
'Proficiat!'
ajaa, euh
'Het lijkt wel alsof je niet blij bent...'
Wel, betekent dat dat ik mijn ontwerp ook moet maken?
'Aja, natuurlijk!'
Jamaar, ik woon op een appartementje, ik heb geen atelier.
Mijn ontwerp is 4 meter hoog, 4 meter lang en 2 meter breed, ik kan ik dat hier niet maken!
'Ge moet u geen zorgen maken, de jury was zo enthousiast van uw ontwerp dat het koste wat het kost moet uitgevoerd worden. Je krijgt alle technische middelen van de stadsdiensten ter beschikking. Technische dienst, dienst wegenwerken, dienst faciliteiten, juridische dienst,... Dat is geen probleem!'
Allez bon, de stad Gent heeft een jaarlijks werkingsbudget van 100 miljoen euro. Daarmee zal ik wel toekomen. En die D.P. lijkt me een enthousiaste en toegewijde vrouw.
'Waarom lijk je zo ontgoocheld?'
Wel ik had eigenlijk meegedaan met het oog op de tweede prijs, die bedraagt 900 euro, en daar zou ik dan mee op vakantie gaan.
'Zég, zotteke, begint er al maar aan, geen tijd meer te verliezen!'
Bedankt en tot ziens...
Eind oktober, ik kom van mijn werk, het is al donker. Telefoon.
'U spreekt met D.P. van de dienst Kunsten van de stad Gent. U bent laureaat van de wedstrijd 'Kunst in de Buurt'!
...
'Hallo?"
Heu, ja, euh...
'Proficiat!'
ajaa, euh
'Het lijkt wel alsof je niet blij bent...'
Wel, betekent dat dat ik mijn ontwerp ook moet maken?
'Aja, natuurlijk!'
Jamaar, ik woon op een appartementje, ik heb geen atelier.
Mijn ontwerp is 4 meter hoog, 4 meter lang en 2 meter breed, ik kan ik dat hier niet maken!
'Ge moet u geen zorgen maken, de jury was zo enthousiast van uw ontwerp dat het koste wat het kost moet uitgevoerd worden. Je krijgt alle technische middelen van de stadsdiensten ter beschikking. Technische dienst, dienst wegenwerken, dienst faciliteiten, juridische dienst,... Dat is geen probleem!'
Allez bon, de stad Gent heeft een jaarlijks werkingsbudget van 100 miljoen euro. Daarmee zal ik wel toekomen. En die D.P. lijkt me een enthousiaste en toegewijde vrouw.
'Waarom lijk je zo ontgoocheld?'
Wel ik had eigenlijk meegedaan met het oog op de tweede prijs, die bedraagt 900 euro, en daar zou ik dan mee op vakantie gaan.
'Zég, zotteke, begint er al maar aan, geen tijd meer te verliezen!'
Bedankt en tot ziens...
zaterdag 27 januari 2007
Mijn ontwerp

Aangezien ik wolken schilder, is het evident dat mijn ontwerp een wolk zal zijn.
Die is vastgeraakt tussen de drie boompjes.
Heel speciaal en uniek.
Maar hoe moet ik dat uitvoeren?
Tja, niets aan te doen, die zal op een paal moeten staan! Weinig romantisch...
Dan moet ze maar gecamoufleerd worden. Met een struik.
Maar wacht eens...
Daar zit een wonderbaarlijke symboliek in!
Wolken brengen water over het land.
Zonder wolken zou de aarde alleen bestaan uit woestijn en oceaan.
Wolken zijn het symbool van vruchtbaarheid.
Zonder wolken géén mensen, dieren en planten.
Wat een mooi idee...
Ik maak van dit ontwerp een prachtig symbool van vruchtbaarheid.
Onder die wolk monteer ik een koperen regenafvoerpijp, en daaronder plant ik een struik.
Duidelijker kan het niet zijn, iedereen kan dat snappen.
En ondertussen is die lelijke paal onzichtbaar, dat komt goed uit.
Maar er is iets dat ontbreekt.
Het geheel heeft eigenlijk weinig verhaal. Het lééft niet. Daar moet iets bij.
Dat pleintje ligt op een kruispunt van vijf straten en wordt nogal veel gebruikt om de drukke Brusselse Steenweg te ontwijken. En het is een kinderrijke buurt.
Lap! Ik ga daar een kindje bij zetten. Een ventje dat naar die wolk kijkt.
Energie volgt altijd de aandacht. Als je naar iets staat te kijken zullen voorbijgangers daar ook naar kijken...
En ik geef dat ventje een fietsje. Hoe sympathiek.
Mijn ontwerp is compleet.
De wolk vier meter hoog, vier meter lang, twee meter breed.
Dat ventje een meter twintig, en het fietsje, awel, een écht fietsje. Dat is gemakkelijker.
En nu: tekenen en schilderen!
Het leven, deel 2
Terug thuis feliciteer ik mezelf met mijn moedige beslissing: een leven in dienst van de kunst.
Ik koop me een stel goede borstels, een volledige set kleurverven, uitstekende doeken en tutti quanti. Aan de kassa zie ik een foldertje liggen: Prijsvraag voor ontwerpen "Kunst in de Buurt", een sociaal-artistiek project van de Dienst Kunsten van de stad Gent.
Het boek over Tibet met al dat bijgeloof, aanwijzingen en orakels speelt door mijn brein: dit is een teken aan de wand. Ik word geroepen.
De bedoeling van de wedstrijd was van kunstwerken nader tot de buurtbewoners te brengen. Daartoe hadden ze vijf locaties uitgekozen waar een kunstwerk kon geplaatst worden, of een artistieke ingreep kon gebeuren, eventueel tijdelijk.
Een van die pleintjes, ligt op het kruispunt van de Frederik Burvenichstraat, de Ankerlaan en de Oude Brusselseweg. Er staan drie boompjes op.
Ik passeer daar twee keer per dag, om naar mijn werk te rijden.
En iedere keer denk ik: als daar nu eens een wolk tussen die boompjes zou zijn blijven steken...
De uiterste datum voor inschrijving is 1 oktober 1999.
Mijn dochter Nara werkt op de Dienst Toerisme, en iedere middag gaan we ergens iets eten tijdens haar lunchpauze. Een leuke tijd. Die ik vergal door altijd maar weer over mijn plan te praten: meedoen met die wedstrijd.
Telkens zit ik schetsen te maken van een ontwerp.
Ze heeft meer ogen voor de zon dan voor mijn wolken.
Tja, haar vader was al zot, en het is nog verergerd...
Ik koop me een stel goede borstels, een volledige set kleurverven, uitstekende doeken en tutti quanti. Aan de kassa zie ik een foldertje liggen: Prijsvraag voor ontwerpen "Kunst in de Buurt", een sociaal-artistiek project van de Dienst Kunsten van de stad Gent.
Het boek over Tibet met al dat bijgeloof, aanwijzingen en orakels speelt door mijn brein: dit is een teken aan de wand. Ik word geroepen.
De bedoeling van de wedstrijd was van kunstwerken nader tot de buurtbewoners te brengen. Daartoe hadden ze vijf locaties uitgekozen waar een kunstwerk kon geplaatst worden, of een artistieke ingreep kon gebeuren, eventueel tijdelijk.
Een van die pleintjes, ligt op het kruispunt van de Frederik Burvenichstraat, de Ankerlaan en de Oude Brusselseweg. Er staan drie boompjes op.
Ik passeer daar twee keer per dag, om naar mijn werk te rijden.
En iedere keer denk ik: als daar nu eens een wolk tussen die boompjes zou zijn blijven steken...
De uiterste datum voor inschrijving is 1 oktober 1999.
Mijn dochter Nara werkt op de Dienst Toerisme, en iedere middag gaan we ergens iets eten tijdens haar lunchpauze. Een leuke tijd. Die ik vergal door altijd maar weer over mijn plan te praten: meedoen met die wedstrijd.
Telkens zit ik schetsen te maken van een ontwerp.
Ze heeft meer ogen voor de zon dan voor mijn wolken.
Tja, haar vader was al zot, en het is nog verergerd...
Einde van een lang verhaal
02/08/1999
Capodimonte
Veel gelezen, weinig geschreven.
Zondag was ik nog eens naar het winkeltje met de blitse meisjes gereden. Iemand claxonneert, tja in Italië gebeurt dat meer, maar het is Johan. Ze gaan een goed plaatsje zoeken om te camperen.
In de namiddag ging ik hen zoeken. Er was me al een aardeweg opgevallen die steil naar boven liep en waar je ongetwijfeld een mooi uitzicht had op het meer.
Wat verscholen achter een rots stond een Alfa te wippen met een koppel in, dat dingen deed die door de paus verboden zijn. Wat verder naar boven zie ik een camper staan, het zijn ze.
We brengen samen de dag door, maar 's avonds lig ik alweer vroeg in mijn tentje. Een hond blaft eindeloos tegen zijn echo die over het meer galmt. Een Italiaans koppeltje links stopt niet met zijn parlando, waarop een Duits koppeltje rechts in verregaande staat van wijn begint te lallen. Ik overweeg van mijn hoofd eens uit mijn tent te steken en 'Ruhe' te roepen, of het meer bekende 'Scheisse!', maar toen bedacht ik dat iedereen wellicht wakker lag van mijn gesnurk.
Ik steek dan maar Mozart in mijn walkman.
04/08/1999
Gradoli
Camping 3 Gradini
Inderdaad, zo leer je nog Italiaans: het is een zeer gezellige kleine camping met drie niveau's tegen de rotswand opklimmend.
Gisteren was een uitstapdag met de camper: Orvieto, een heel mooie kerk, kitch, maar mooie kitch. En het beeldenpark van Bomarzo, heel speciaal.
s' Avonds BBQ, en na de wijn mijn tentje opgezet in een tarweveldje. Het regent heel de nacht en ik lig weldra in een plas. Geen oog meer dichtgedaan. Wat een ellende. Alles was nat.
Vandaag geniet ik weer van de rust en het uitzicht op het meer en een paar mooie campeersters waarvan er ene altijd vriendelijk goeiendag knikt als ze te pas en te onpas voorbij loopt. Ik zit evenwel met mijn gedachten in Tibet.
06/08/1999
Lago di Garda
We zijn weer in dezelfde camping die we op de heenreis hadden.
Gisterenavond had Johan een afspraak met een koppel vrienden, en we aten samen een overheerlijke forel. Die man ken ik al jaren van zien, en zijn vrouw blijkt dezelfde richting gevolgd te hebben als ik: monumentale kunsten. Ze geeft les.
Het is het einde van mijn zoektocht. Ik sta weer op het punt dat ik 22 jaar ben en moet kiezen tussen kunst en commercie. Toen koos ik voor commercie, en nu staat mijn besluit vast, ik kies voor kunst.
Capodimonte
Veel gelezen, weinig geschreven.
Zondag was ik nog eens naar het winkeltje met de blitse meisjes gereden. Iemand claxonneert, tja in Italië gebeurt dat meer, maar het is Johan. Ze gaan een goed plaatsje zoeken om te camperen.
In de namiddag ging ik hen zoeken. Er was me al een aardeweg opgevallen die steil naar boven liep en waar je ongetwijfeld een mooi uitzicht had op het meer.
Wat verscholen achter een rots stond een Alfa te wippen met een koppel in, dat dingen deed die door de paus verboden zijn. Wat verder naar boven zie ik een camper staan, het zijn ze.
We brengen samen de dag door, maar 's avonds lig ik alweer vroeg in mijn tentje. Een hond blaft eindeloos tegen zijn echo die over het meer galmt. Een Italiaans koppeltje links stopt niet met zijn parlando, waarop een Duits koppeltje rechts in verregaande staat van wijn begint te lallen. Ik overweeg van mijn hoofd eens uit mijn tent te steken en 'Ruhe' te roepen, of het meer bekende 'Scheisse!', maar toen bedacht ik dat iedereen wellicht wakker lag van mijn gesnurk.
Ik steek dan maar Mozart in mijn walkman.
04/08/1999
Gradoli
Camping 3 Gradini
Inderdaad, zo leer je nog Italiaans: het is een zeer gezellige kleine camping met drie niveau's tegen de rotswand opklimmend.
Gisteren was een uitstapdag met de camper: Orvieto, een heel mooie kerk, kitch, maar mooie kitch. En het beeldenpark van Bomarzo, heel speciaal.
s' Avonds BBQ, en na de wijn mijn tentje opgezet in een tarweveldje. Het regent heel de nacht en ik lig weldra in een plas. Geen oog meer dichtgedaan. Wat een ellende. Alles was nat.
Vandaag geniet ik weer van de rust en het uitzicht op het meer en een paar mooie campeersters waarvan er ene altijd vriendelijk goeiendag knikt als ze te pas en te onpas voorbij loopt. Ik zit evenwel met mijn gedachten in Tibet.
06/08/1999
Lago di Garda
We zijn weer in dezelfde camping die we op de heenreis hadden.
Gisterenavond had Johan een afspraak met een koppel vrienden, en we aten samen een overheerlijke forel. Die man ken ik al jaren van zien, en zijn vrouw blijkt dezelfde richting gevolgd te hebben als ik: monumentale kunsten. Ze geeft les.
Het is het einde van mijn zoektocht. Ik sta weer op het punt dat ik 22 jaar ben en moet kiezen tussen kunst en commercie. Toen koos ik voor commercie, en nu staat mijn besluit vast, ik kies voor kunst.
zondag 21 januari 2007
Vader overleden
27/07/1999
Chiarone
Vanmorgen een appelflauwte. Ik raak amper nog recht.
Ik herken het meteen. Een tekort aan zout. Ik heb dat al eens gehad in de fameuze zomer van 1976. Twee maanden zon. Ik moest van de dokter een fles Vichy Célestin drinken per dag. Maar ik heb in mijn EHBO - zakje een paar porties ORS. Tegen deshydratatie.
Alles ingenomen met nog wat flessen sportdrank.
Ik lees verder in de Trotter. De geschiedenis van Italië. En van de kunst. En dat de Renaissance het afscheid betekende van de kunst in dienst van de religie, en het begin van de kunst ten dienste van de schoonheid.
't Doet me weer aan smakeloos denken.
Op naar het MASK: museum van actuele schone kunst.
28/07/1999
Lido di Tarquinia
Niet ver moeten rijden vandaag. 30 km.
Ik plant mijn tentje onder een dreef met parasoldennen. Mooie camping, weinig volk. Vooral Romeinen. Vreemd, onder die bomen waait een koele wind.
Als je in de zon gaat staan is de hitte niet te harden.
In Tarquinia zelf is er een belangrijk museum van Etruskische kunst, lees ik overal.
Dat zou ik wel eens willen zien.
Morgen rijd ik naar Bolsano, een trip van 40 km en het laatste deel flink bergop.
Onderweg zal ik een wijs stadje tegenkomen: Toscania. Ook bezoeken!
En ook nog te bezoeken: Bomarzo, niet ver van Bolsano, maar moeilijk te bereiken met de fiets, héél steil. Een park met zeer vreemde 16de eeuwse beelden. Een Nederlandse schilder, C. Willinck heeft zich op die beelden geïnspireerd, en er hangt een werk van hem in het Museum van Schone Kunsten in Gent. Ik ken dat werk. Heel aparte sfeer.
Het was 19h, ik zat te bedenken: Johan zal zijn GSM aangezet hebben. Even bellen.
Vader is dood!
Ik heb heel de week aan hem gedacht. Echt gedacht, vandaag nog.
Wat een stom leven heeft die gehad. Zes kinderen. Na zijn scheiding wilde niemand hem nog zien. Vereenzaamd is hij naar het hospitaal gestapt en is er drie dagen later gestorven.
Hoe stom...
Vanavond vertrekt Johan om me te komen opzoeken. Het is gemakkelijk te vinden. We kunnen dan eens napraten.
29/07/1999
Lido di Tarquinia
Johan stond al op de parking 's morgens. Heel de nacht gereden.
Dan maar samen naar dat museum in Tarquinia. Schitterend. Echt de moeite waard!
Onvoorstelbaar mooi. 'k Moest dikwijls aan het smakeloos denken.
Dan op het strand beginnen lezen in mijn tweede boekje: Zeven jaar in Tibet.
Het begint te regenen.
30:07/1999
Capodimonte
Afscheid genomen van An en Johan. Ze gaan nu op hun beurt de plaatsjes bezoeken waar ik gepasseerd ben. 50 km voor de boeg. Wind op kop. En wat voor wind! Een baantje dat voortdurend stijgt. De zon staat weer heet. Ik voel dat het niet gemakkelijk zal zijn vandaag.
Eens het middeleeuwse stadje Toscania gepasseerd, mooi!, wordt het steeds steiler.
Ik zie een pijl staan: Agritourismo. Daarheen. Ik hou dit anders niet uit.
Een lange stofferige weg met keiën. Ik sukkel naar een oude boerderij met een nieuwbouw en een veldje waar tenten kunnen staan. Ik bel beschroomd aan op een uur dat siësta's gevierd worden. Ze zegt onmiddellijk 'NO' op mijn vraag: 'possibo campegare qui?'
'Oe', zeg ik, 'agritourismo qui?'
'Si' zegt ze, 'ma NO!'
Tja, vrouwen.
Heel die stoffige grintweg weer teruggereden, wild zwaaiend met mijn armen voor de boerenvliegen die in mij een malse biefstuk zagen.
Dan zie ik een bordje met 'Marta', eindelijk weer beschaving, en wat verder kom ik toe in Capodimonte. De eerste camping die ik tegenkom rijd ik binnen.
22000 lire, trè notte, niet duur. Onmiddellijk pagare.
Jamaar zeg ik, kan ik een bonnetje krijgen dat ik betaald heb? Je krijgt dat als je vertrekt zegt die felle mama met vurige ogen. Jamaar zeg ik, hoe weet je dan dat ik betaald heb? Iedereen heeft hier betaald, zegt ze.
Italië, wat een mooi land.
Ze legt me uit hoe ik a destra en a sinistra moet rijden naar de dichtsbijzijnde market te rijden.
8 km om een liter melk te kopen!
Johan en ik maken en nieuwe afspraak. Hij komt ook naar het meer van Bolsano. 't Lijkt hem een leuke plaats en het is ook zo. Hij komt maandag, nu zijn we vrijdag.
Voor mijn tentje campeert er een circusartist, met een heel speciaal nummer: 'het geheim van de cobra'. Hij oefent voortdurend met zijn trucs. Het geheim van de cobra heb ik niet ontdekt.
31/07/1999
Capodimonte
Ik heb een klein winkeltje ontdekt. Het wordt uitgebaat door twee héél mooie vrouwen. Ik koop me een dagloon, en die madammen steken dat allemaal in een futiel zakje. Het begint me gevaarlijk te scheuren, zo slingerend aan mijn stuur. Ik kan niet anders dan dat onnozel zakje in mijn handen te houden. Even stoppen.
Een hels geschel achter mij. ik kijk om: een politieagente op een scooter. Wat een mooie vrouw zég! Ik vraag met mijn ogen wat er scheelt.
Het is verboden te parkeren hier, zegt ze.
Parkeren? Met een fiets?
Mooie ogen, zég.
Ik vertrek weer met mijn fiets, en dat zakje alsof het een baby is.
Ik lees verder in dat mooie boekje.
Er komen veel jonge mensen toe. Het is zaterdagavond, en vele Italianen hebben schone Duitse meisjes versierd.
Ik stort me op mijn goede vriendin Marianne Faithfull.
Chiarone
Vanmorgen een appelflauwte. Ik raak amper nog recht.
Ik herken het meteen. Een tekort aan zout. Ik heb dat al eens gehad in de fameuze zomer van 1976. Twee maanden zon. Ik moest van de dokter een fles Vichy Célestin drinken per dag. Maar ik heb in mijn EHBO - zakje een paar porties ORS. Tegen deshydratatie.
Alles ingenomen met nog wat flessen sportdrank.
Ik lees verder in de Trotter. De geschiedenis van Italië. En van de kunst. En dat de Renaissance het afscheid betekende van de kunst in dienst van de religie, en het begin van de kunst ten dienste van de schoonheid.
't Doet me weer aan smakeloos denken.
Op naar het MASK: museum van actuele schone kunst.
28/07/1999
Lido di Tarquinia
Niet ver moeten rijden vandaag. 30 km.
Ik plant mijn tentje onder een dreef met parasoldennen. Mooie camping, weinig volk. Vooral Romeinen. Vreemd, onder die bomen waait een koele wind.
Als je in de zon gaat staan is de hitte niet te harden.
In Tarquinia zelf is er een belangrijk museum van Etruskische kunst, lees ik overal.
Dat zou ik wel eens willen zien.
Morgen rijd ik naar Bolsano, een trip van 40 km en het laatste deel flink bergop.
Onderweg zal ik een wijs stadje tegenkomen: Toscania. Ook bezoeken!
En ook nog te bezoeken: Bomarzo, niet ver van Bolsano, maar moeilijk te bereiken met de fiets, héél steil. Een park met zeer vreemde 16de eeuwse beelden. Een Nederlandse schilder, C. Willinck heeft zich op die beelden geïnspireerd, en er hangt een werk van hem in het Museum van Schone Kunsten in Gent. Ik ken dat werk. Heel aparte sfeer.
Het was 19h, ik zat te bedenken: Johan zal zijn GSM aangezet hebben. Even bellen.
Vader is dood!
Ik heb heel de week aan hem gedacht. Echt gedacht, vandaag nog.
Wat een stom leven heeft die gehad. Zes kinderen. Na zijn scheiding wilde niemand hem nog zien. Vereenzaamd is hij naar het hospitaal gestapt en is er drie dagen later gestorven.
Hoe stom...
Vanavond vertrekt Johan om me te komen opzoeken. Het is gemakkelijk te vinden. We kunnen dan eens napraten.
29/07/1999
Lido di Tarquinia
Johan stond al op de parking 's morgens. Heel de nacht gereden.
Dan maar samen naar dat museum in Tarquinia. Schitterend. Echt de moeite waard!
Onvoorstelbaar mooi. 'k Moest dikwijls aan het smakeloos denken.
Dan op het strand beginnen lezen in mijn tweede boekje: Zeven jaar in Tibet.
Het begint te regenen.
30:07/1999
Capodimonte
Afscheid genomen van An en Johan. Ze gaan nu op hun beurt de plaatsjes bezoeken waar ik gepasseerd ben. 50 km voor de boeg. Wind op kop. En wat voor wind! Een baantje dat voortdurend stijgt. De zon staat weer heet. Ik voel dat het niet gemakkelijk zal zijn vandaag.
Eens het middeleeuwse stadje Toscania gepasseerd, mooi!, wordt het steeds steiler.
Ik zie een pijl staan: Agritourismo. Daarheen. Ik hou dit anders niet uit.
Een lange stofferige weg met keiën. Ik sukkel naar een oude boerderij met een nieuwbouw en een veldje waar tenten kunnen staan. Ik bel beschroomd aan op een uur dat siësta's gevierd worden. Ze zegt onmiddellijk 'NO' op mijn vraag: 'possibo campegare qui?'
'Oe', zeg ik, 'agritourismo qui?'
'Si' zegt ze, 'ma NO!'
Tja, vrouwen.
Heel die stoffige grintweg weer teruggereden, wild zwaaiend met mijn armen voor de boerenvliegen die in mij een malse biefstuk zagen.
Dan zie ik een bordje met 'Marta', eindelijk weer beschaving, en wat verder kom ik toe in Capodimonte. De eerste camping die ik tegenkom rijd ik binnen.
22000 lire, trè notte, niet duur. Onmiddellijk pagare.
Jamaar zeg ik, kan ik een bonnetje krijgen dat ik betaald heb? Je krijgt dat als je vertrekt zegt die felle mama met vurige ogen. Jamaar zeg ik, hoe weet je dan dat ik betaald heb? Iedereen heeft hier betaald, zegt ze.
Italië, wat een mooi land.
Ze legt me uit hoe ik a destra en a sinistra moet rijden naar de dichtsbijzijnde market te rijden.
8 km om een liter melk te kopen!
Johan en ik maken en nieuwe afspraak. Hij komt ook naar het meer van Bolsano. 't Lijkt hem een leuke plaats en het is ook zo. Hij komt maandag, nu zijn we vrijdag.
Voor mijn tentje campeert er een circusartist, met een heel speciaal nummer: 'het geheim van de cobra'. Hij oefent voortdurend met zijn trucs. Het geheim van de cobra heb ik niet ontdekt.
31/07/1999
Capodimonte
Ik heb een klein winkeltje ontdekt. Het wordt uitgebaat door twee héél mooie vrouwen. Ik koop me een dagloon, en die madammen steken dat allemaal in een futiel zakje. Het begint me gevaarlijk te scheuren, zo slingerend aan mijn stuur. Ik kan niet anders dan dat onnozel zakje in mijn handen te houden. Even stoppen.
Een hels geschel achter mij. ik kijk om: een politieagente op een scooter. Wat een mooie vrouw zég! Ik vraag met mijn ogen wat er scheelt.
Het is verboden te parkeren hier, zegt ze.
Parkeren? Met een fiets?
Mooie ogen, zég.
Ik vertrek weer met mijn fiets, en dat zakje alsof het een baby is.
Ik lees verder in dat mooie boekje.
Er komen veel jonge mensen toe. Het is zaterdagavond, en vele Italianen hebben schone Duitse meisjes versierd.
Ik stort me op mijn goede vriendin Marianne Faithfull.
Bedenkingen
Het zal zijn zoals Lieve van de Argentijse Tangolessen zei op de afscheidsdrink in café de Muze: je kan er niet van weglopen.
Ik had verteld dat ik zo'n hekel had aan Jan Hoet en zijn Smak. Smakeloos zeg ik altijd. Ik opperde het idee dat er naast het Museum voor Schone Kunsten en het smakeloos, ook een Museum van Hedendaagse Schone Kunst zou moeten zijn. Met de klassieke technieken. Nu wordt kunst gepromoot zoals de zogezegde kunstkenners die graag zouden willen zien. Er bestaat toch ook geen voetbal van voetbaljournalisten!
Ik ben niet geschikt om deze discussie aan te gaan. Schilderen is tonen, en kijken is zien. Punt.
Ik dacht na over de kunstenaars die ik vroeger in mijn galerie gepromoot heb. Echte kunstenaars. Geen charlatans. Er zat daar in de Muze een kunstenaar die mijn emotioneel betoog volgde. Een echte colorist. En waarmee hield hij zich bezig? Met projecten. Projecten! Schilderen gvd! De mens schildert al 30.000 jaar. Waarom zouden we ermee ophouden? Ten aanval!
(de wijn trok op niets, maar hij was goedkoop)
20/07/1999
Cecina
60 km gefietst van Pisa naar hier. Langs Livorno gepasseerd. Warm! Mijn stuur hing vol zakken met flessen water. Ook warm. Aan rode lichten stond er een Ferrari links van me en rechts stond een Porsche, maar iedereen keek naar mij. Tja, ik zweette als een Turk in een hammam. Je zag de mensen denken: dat daar nog geen vakbond voor bestaat om het te verbieden.
Ik wilde eigenlijk verder naar het zuiden rijden, maar ik had niet goed op mijn kaart gekeken, en belandde in een militair domein. Terugkeren! Vanuit mijn tentje kan ik het eiland Elba zien. Nog eens goed op de kaart gekeken, Elba wordt geschrapt, je bent nog maar aan land of het begint al te stijgen.
's Avonds denk ik nog eens na over mijn zoektocht.
Ik bedenk dat schilderen, schrijven, dichten een onaangename stiel is. Zoals een frigo warmte moet afgeven om koud te kunnen zijn. Schoonheid maken doet pijn. Pijn van het kwade dat overwonnen moet worden. Daarom leeft de mens nog altijd: omdat uit het kwade en het slechte altijd weer het goede en het schone tevoorschijn komt. En om dat mooie te maken moet je ploeteren in modderpoelen van kwaad. Wil ik dat eigenlijk wel? Het doet alleszins pijn. Ik zie de onafgewerkte schilderijen voor me, die ik verberg achter mijn deuren. Ze missen nog dat éne. Kracht, bezieling, beleving, echtheid, energie, tragedie, passie, dood en schoonheid, liefde en eros. Het is een harde strijd waar alleen de toeschouwer iets aan heeft. De kunstenaar blijft alleen. Kunstenaar, wat een stom woord, een brug of een viaduct wordt ook een kunstwerk genoemd.
Ik heb nog twee weken tijd om te beslissen, ga ik nu schilderen, ja of neen.
Ik word nog zot. Ik wil geen strijd, ik wil niet presteren, ik wil niet afzien. Ik wil genieten, maar ik wil ook niet gaan kijken naar de werken van artiesten die het wel gedaan hebben, zomaar gratis, gaan stelen en genieten van hun pijn.
Ik kon vandaag al twee keer doodgereden zijn met mijn fiets, maar ik leef nog...
21/07/1999
Piombino
Leuke camping. Veel jonge mensen. De disco staat hard, mijn cassette met Mozart staat op max. Heel inspirerend, maar ik ben vergeten waarvoor.
Ik bekijk mijn reisroute eens op mijn gemak. Er hangt een reliëfkaart van de streek aan de market. Mijn bestemming lig niet ver van het meer van Bolsano. Dat ligt op een heuvel van 840 m hoog. Zéér steil. Ik zal meer naar het zuiden moeten rijden en een pad nemen dat genadiger is. Dat komt goed uit, zo passeer ik het dorpje Capodimonte, het doet me denken aan antieke beeldjes. Tof!
Ik ontdoe me weer van ballast, al mijn vuile was en een tekenblok. Gelijk of ik hier zin zou hebben om te zitten tekenen. In die hitte!
Verder gelezen in mijn boek. Het gaat over mensen, levens, idealen, geloof hoop en liefde, overwinning, list, hinderlaag, nederlaag, moed, zwakte, bravoure, stompzinnigheid. Alles, het leven zelve.
Ik observeer een Zwitser met zijn Algerijnse vrouw en twee prachtige kindjes. Er hangt een sticker op zijn Lada: I love Tibet. Hij reutelt altijd over geld, en zij over dat ze er geen hebben.
22/07/1999
Piombino
Heel de dag gelezen. Naar het strand geweest. Een Duits meisje gezien met de mooiste borsten die ik ooit gezien heb. Ik wist niet dat zo'n volmaakte borsten écht bestaan. Maar sexy was het niet. Er is een Duits koppel naast me gekomen. Een stugge man en een zeer vriendelijke vrouw. Ze ziet de Duitse titel van mijn boek en spreekt me aan. Maar ik ben in dat boek aan het eind gekomen en het gaat alleen nog maar over ellende en folteren en dood. Ik heb helemaal geen zin in een Duits gesprek. Ze biedt me een halve cavaillon aan, die ik zwijgend opeet. Ze bekijkt me nog eens goed, en besluit dat ik een wereldvreemde loser ben.
Er is een Poolse bus toegekomen met jongeren. Lap, daar is de rust weg!
Maar neen, die jongens en meisjes zijn zéér rustig. 's Avonds zingen ze en enkelen spelen gitaar. Wat een leuke sfeer!
23/07/1999
Piombino
Vanmorgen zat ik in de vroege zon een koffie te drinken. De eerste Poolse meisjes verdwenen in de nevel naar de toiletten. Er was een bijzonder mooi meisje met blond krullend haar dat door de gouden zon in vlam werd gezet. Ik nam er een foto van, het was net een schilderij.
Nu weet ik waarom schilders meestal bij de ochtendzon schilderen. De kleuren zijn veel mooier. Stil droom ik van een leven met een vrouwtje dat in de tuin eitjes gaat rapen, en het ontbijt klaar maakt. Het kan niet anders of er komt een tijd dat ik gelukkig ben.
Ik ben hier graag, maar ik moet dieper het land in. Richting Rome.
Die Duitse vrouw blijft heel vriendelijk. Ik bedenk dat mijn ware echt wel een vriendelijke zal moeten zijn.
24/07/1999
Talamone
Honderd kilometer gereden. Twee bergjes over, pal in de wind, naar Grosseto.
Weer niet goed op de kaart gekeken. Ik kan niet anders dan een stuk op de autostrade rijden. Gelukkig gaat het bergaf en zit de wind in de rug. Nooit heb ik vlugger gereden. En maar claxonneren, en caravans die nog kilometers slingerden van mij te ontwijken. Ja zég!
Eigenlijk zit ik nu al ter hoogte van Bolsano. Ik heb nog 10 dagen tijd.
25/07/1999
Talamone
Slecht geslapen. Overal pijn.
Bewolkte dag. Eindelijk. Een overdosis zon gehad.
Vanavond ga ik eens naar Johan bellen. Hij maakt zich vast zorgen. En ja, met zo'n dag als gisteren heeft hij daar zeker reden toe. Ik begin de pint die we samen op een terrasje aan de kerk van Castel Giorgio gaan drinken steeds groter te zien. Een extra large, dus.
Waar sta ik nu met mijn plannen?
Als ik wil schilderen zal ik mijn duivels moeten ontbinden.
Ik zal gebetonneerde wallen rond mij moeten slopen. Er zit een vulkaan van emoties in mij.
Die moeten los. Ik zal een ander man worden. Ten aanval!
26/07/1999
Ansedonia
In mijn Trotter zie ik dat ik niet ver van Capalbio ben. Daar is een beeldenpark van Niki de St. Phalle. Dat wil ik zien! Mijn dochter maakte haar eindwerk over haar op de kunstakademie, en ik heb haar veel geholpen. Ik rijd die heuvel op, maar ik zie niets. Weer naar boven, nu langs de andere kant. Weer niets. Ik vraag een oude man waar dat beeldenpark is. Niki kent hij niet. 'Scultura' zeg ik, en teken grote borsten op mijn smal lijf. Aha! Hij wijst naar beneden. Je kan die beelden vanaf de straat zien staan. Ik heb geen zin om te betalen om ze ook nog eens van dichtbij te zien. En daarbij, ik ben stikjaloers...
Ik bedenk dat ik eigenlijk wel graag in Italië ben. Nog liever dan in Frankrijk. Italianen zien dat wel graag, een fietser. Ik heb er amper enkele gezien. Wel eens twee flinke Amerikaanse, 't kunnen ook Australische geweest zijn, meisjes. Ze staken me voorbij, ik probeerde hen bij te houden, maar ik heb het moeten opgeven. En ook wel eens échte wielerfanaten, met een gestroomlijnd atletenlijf, die het alleen deden uit verveling. Dat was toch een ander gezicht dan het mijne: een stadsfiets met 50 kg bagage en daarop een groot vraagteken met grijs haar...
Ik had verteld dat ik zo'n hekel had aan Jan Hoet en zijn Smak. Smakeloos zeg ik altijd. Ik opperde het idee dat er naast het Museum voor Schone Kunsten en het smakeloos, ook een Museum van Hedendaagse Schone Kunst zou moeten zijn. Met de klassieke technieken. Nu wordt kunst gepromoot zoals de zogezegde kunstkenners die graag zouden willen zien. Er bestaat toch ook geen voetbal van voetbaljournalisten!
Ik ben niet geschikt om deze discussie aan te gaan. Schilderen is tonen, en kijken is zien. Punt.
Ik dacht na over de kunstenaars die ik vroeger in mijn galerie gepromoot heb. Echte kunstenaars. Geen charlatans. Er zat daar in de Muze een kunstenaar die mijn emotioneel betoog volgde. Een echte colorist. En waarmee hield hij zich bezig? Met projecten. Projecten! Schilderen gvd! De mens schildert al 30.000 jaar. Waarom zouden we ermee ophouden? Ten aanval!
(de wijn trok op niets, maar hij was goedkoop)
20/07/1999
Cecina
60 km gefietst van Pisa naar hier. Langs Livorno gepasseerd. Warm! Mijn stuur hing vol zakken met flessen water. Ook warm. Aan rode lichten stond er een Ferrari links van me en rechts stond een Porsche, maar iedereen keek naar mij. Tja, ik zweette als een Turk in een hammam. Je zag de mensen denken: dat daar nog geen vakbond voor bestaat om het te verbieden.
Ik wilde eigenlijk verder naar het zuiden rijden, maar ik had niet goed op mijn kaart gekeken, en belandde in een militair domein. Terugkeren! Vanuit mijn tentje kan ik het eiland Elba zien. Nog eens goed op de kaart gekeken, Elba wordt geschrapt, je bent nog maar aan land of het begint al te stijgen.
's Avonds denk ik nog eens na over mijn zoektocht.
Ik bedenk dat schilderen, schrijven, dichten een onaangename stiel is. Zoals een frigo warmte moet afgeven om koud te kunnen zijn. Schoonheid maken doet pijn. Pijn van het kwade dat overwonnen moet worden. Daarom leeft de mens nog altijd: omdat uit het kwade en het slechte altijd weer het goede en het schone tevoorschijn komt. En om dat mooie te maken moet je ploeteren in modderpoelen van kwaad. Wil ik dat eigenlijk wel? Het doet alleszins pijn. Ik zie de onafgewerkte schilderijen voor me, die ik verberg achter mijn deuren. Ze missen nog dat éne. Kracht, bezieling, beleving, echtheid, energie, tragedie, passie, dood en schoonheid, liefde en eros. Het is een harde strijd waar alleen de toeschouwer iets aan heeft. De kunstenaar blijft alleen. Kunstenaar, wat een stom woord, een brug of een viaduct wordt ook een kunstwerk genoemd.
Ik heb nog twee weken tijd om te beslissen, ga ik nu schilderen, ja of neen.
Ik word nog zot. Ik wil geen strijd, ik wil niet presteren, ik wil niet afzien. Ik wil genieten, maar ik wil ook niet gaan kijken naar de werken van artiesten die het wel gedaan hebben, zomaar gratis, gaan stelen en genieten van hun pijn.
Ik kon vandaag al twee keer doodgereden zijn met mijn fiets, maar ik leef nog...
21/07/1999
Piombino
Leuke camping. Veel jonge mensen. De disco staat hard, mijn cassette met Mozart staat op max. Heel inspirerend, maar ik ben vergeten waarvoor.
Ik bekijk mijn reisroute eens op mijn gemak. Er hangt een reliëfkaart van de streek aan de market. Mijn bestemming lig niet ver van het meer van Bolsano. Dat ligt op een heuvel van 840 m hoog. Zéér steil. Ik zal meer naar het zuiden moeten rijden en een pad nemen dat genadiger is. Dat komt goed uit, zo passeer ik het dorpje Capodimonte, het doet me denken aan antieke beeldjes. Tof!
Ik ontdoe me weer van ballast, al mijn vuile was en een tekenblok. Gelijk of ik hier zin zou hebben om te zitten tekenen. In die hitte!
Verder gelezen in mijn boek. Het gaat over mensen, levens, idealen, geloof hoop en liefde, overwinning, list, hinderlaag, nederlaag, moed, zwakte, bravoure, stompzinnigheid. Alles, het leven zelve.
Ik observeer een Zwitser met zijn Algerijnse vrouw en twee prachtige kindjes. Er hangt een sticker op zijn Lada: I love Tibet. Hij reutelt altijd over geld, en zij over dat ze er geen hebben.
22/07/1999
Piombino
Heel de dag gelezen. Naar het strand geweest. Een Duits meisje gezien met de mooiste borsten die ik ooit gezien heb. Ik wist niet dat zo'n volmaakte borsten écht bestaan. Maar sexy was het niet. Er is een Duits koppel naast me gekomen. Een stugge man en een zeer vriendelijke vrouw. Ze ziet de Duitse titel van mijn boek en spreekt me aan. Maar ik ben in dat boek aan het eind gekomen en het gaat alleen nog maar over ellende en folteren en dood. Ik heb helemaal geen zin in een Duits gesprek. Ze biedt me een halve cavaillon aan, die ik zwijgend opeet. Ze bekijkt me nog eens goed, en besluit dat ik een wereldvreemde loser ben.
Er is een Poolse bus toegekomen met jongeren. Lap, daar is de rust weg!
Maar neen, die jongens en meisjes zijn zéér rustig. 's Avonds zingen ze en enkelen spelen gitaar. Wat een leuke sfeer!
23/07/1999
Piombino
Vanmorgen zat ik in de vroege zon een koffie te drinken. De eerste Poolse meisjes verdwenen in de nevel naar de toiletten. Er was een bijzonder mooi meisje met blond krullend haar dat door de gouden zon in vlam werd gezet. Ik nam er een foto van, het was net een schilderij.
Nu weet ik waarom schilders meestal bij de ochtendzon schilderen. De kleuren zijn veel mooier. Stil droom ik van een leven met een vrouwtje dat in de tuin eitjes gaat rapen, en het ontbijt klaar maakt. Het kan niet anders of er komt een tijd dat ik gelukkig ben.
Ik ben hier graag, maar ik moet dieper het land in. Richting Rome.
Die Duitse vrouw blijft heel vriendelijk. Ik bedenk dat mijn ware echt wel een vriendelijke zal moeten zijn.
24/07/1999
Talamone
Honderd kilometer gereden. Twee bergjes over, pal in de wind, naar Grosseto.
Weer niet goed op de kaart gekeken. Ik kan niet anders dan een stuk op de autostrade rijden. Gelukkig gaat het bergaf en zit de wind in de rug. Nooit heb ik vlugger gereden. En maar claxonneren, en caravans die nog kilometers slingerden van mij te ontwijken. Ja zég!
Eigenlijk zit ik nu al ter hoogte van Bolsano. Ik heb nog 10 dagen tijd.
25/07/1999
Talamone
Slecht geslapen. Overal pijn.
Bewolkte dag. Eindelijk. Een overdosis zon gehad.
Vanavond ga ik eens naar Johan bellen. Hij maakt zich vast zorgen. En ja, met zo'n dag als gisteren heeft hij daar zeker reden toe. Ik begin de pint die we samen op een terrasje aan de kerk van Castel Giorgio gaan drinken steeds groter te zien. Een extra large, dus.
Waar sta ik nu met mijn plannen?
Als ik wil schilderen zal ik mijn duivels moeten ontbinden.
Ik zal gebetonneerde wallen rond mij moeten slopen. Er zit een vulkaan van emoties in mij.
Die moeten los. Ik zal een ander man worden. Ten aanval!
26/07/1999
Ansedonia
In mijn Trotter zie ik dat ik niet ver van Capalbio ben. Daar is een beeldenpark van Niki de St. Phalle. Dat wil ik zien! Mijn dochter maakte haar eindwerk over haar op de kunstakademie, en ik heb haar veel geholpen. Ik rijd die heuvel op, maar ik zie niets. Weer naar boven, nu langs de andere kant. Weer niets. Ik vraag een oude man waar dat beeldenpark is. Niki kent hij niet. 'Scultura' zeg ik, en teken grote borsten op mijn smal lijf. Aha! Hij wijst naar beneden. Je kan die beelden vanaf de straat zien staan. Ik heb geen zin om te betalen om ze ook nog eens van dichtbij te zien. En daarbij, ik ben stikjaloers...
Ik bedenk dat ik eigenlijk wel graag in Italië ben. Nog liever dan in Frankrijk. Italianen zien dat wel graag, een fietser. Ik heb er amper enkele gezien. Wel eens twee flinke Amerikaanse, 't kunnen ook Australische geweest zijn, meisjes. Ze staken me voorbij, ik probeerde hen bij te houden, maar ik heb het moeten opgeven. En ook wel eens échte wielerfanaten, met een gestroomlijnd atletenlijf, die het alleen deden uit verveling. Dat was toch een ander gezicht dan het mijne: een stadsfiets met 50 kg bagage en daarop een groot vraagteken met grijs haar...
zaterdag 20 januari 2007
Een lang verhaal vervolg... vervolg
18/07/1999
Pisa
Ik moet ballast kwijt, veel te veel spullen mee, die ik over die heuvels moet sleuren.
Verdwijnen: een badhanddoek, een jeans, douchesleffer (omdat ik er onderweg één kwijtgeraakt was), een regenjasje (omdat het nooit regent).
Een doordeweekse camping. Een oudere man (50) valt mij op, hij heeft aan zijn tent een vogelkooi met kanarie hangen en een plastic zakje met goudvis.
19/07/1999
Pisa
Vandaag naar Lucca gereden. Mooi stadje. Als ik boven ben neem ik wat foto's van wolken.
Wat is de lucht toch mooi blauw in Italië, azuurblauw, Azurri, jaja.
In de supermarkt zie ik mezelf in een spiegel. Ik moest twee keer terugkeren om zeker te zijn dat ik het was. Mijn haar in de wind, moe, geen hangborsten meer, geen buik meer, alleen nog 100 meter rimpels.
Terug naar Pisa. Ik wil die toren wel eens zien.
Ik val scheef als ik een straatje insla en hem zie staan.
Mooi!
Ook de gebouwen errond.
En al dat marmer!
's Avonds vraag ik me af hoever het nu staat met mijn Odysee, de tocht die ik maak om mezelf tegen te komen. Ik vraag me af of de oplossing niet nabij is. De kunststeden zijn het in ieder geval wel: Lucca, Sienna, Firenze...
Pisa
Ik moet ballast kwijt, veel te veel spullen mee, die ik over die heuvels moet sleuren.
Verdwijnen: een badhanddoek, een jeans, douchesleffer (omdat ik er onderweg één kwijtgeraakt was), een regenjasje (omdat het nooit regent).
Een doordeweekse camping. Een oudere man (50) valt mij op, hij heeft aan zijn tent een vogelkooi met kanarie hangen en een plastic zakje met goudvis.
19/07/1999
Pisa
Vandaag naar Lucca gereden. Mooi stadje. Als ik boven ben neem ik wat foto's van wolken.
Wat is de lucht toch mooi blauw in Italië, azuurblauw, Azurri, jaja.
In de supermarkt zie ik mezelf in een spiegel. Ik moest twee keer terugkeren om zeker te zijn dat ik het was. Mijn haar in de wind, moe, geen hangborsten meer, geen buik meer, alleen nog 100 meter rimpels.
Terug naar Pisa. Ik wil die toren wel eens zien.
Ik val scheef als ik een straatje insla en hem zie staan.
Mooi!
Ook de gebouwen errond.
En al dat marmer!
's Avonds vraag ik me af hoever het nu staat met mijn Odysee, de tocht die ik maak om mezelf tegen te komen. Ik vraag me af of de oplossing niet nabij is. De kunststeden zijn het in ieder geval wel: Lucca, Sienna, Firenze...
Een lang verhaal vervolg...
Ik moet je vertellen dat ik twee boeken bij had: Die rote Kapelle, en Zeven jaar in Tibet.
Het eerste boek gaat over een spionagenetwerk dat in Brussel héél succesvol was tijdens de tweede oorlog, en geleid werd door een Belgische Pool.
In het begin van dat boek was het een buitengewoon succesverhaal, ze infiltreerden tot in de top van het nazi-regime, en hadden een énorme impact op wat komen moest.
Ik vond dat héél spannend.
Maar toen werden ze ontdekt, en werd het héél gruwelijk, en het ging van foltering naar marteling en erger.
Ik raakte er helemaal depressief van.
Het tweede boek (vooral bekend door de film met Brad Pitt) begon héél slecht, maar het werd allengs steeds beter.
Ik werd daar optimistisch van...
Zo, nu zal je begrijpen dat het een rit van hoogtes en laagtes was, letterlijk en figuurlijk.
Het eerste boek gaat over een spionagenetwerk dat in Brussel héél succesvol was tijdens de tweede oorlog, en geleid werd door een Belgische Pool.
In het begin van dat boek was het een buitengewoon succesverhaal, ze infiltreerden tot in de top van het nazi-regime, en hadden een énorme impact op wat komen moest.
Ik vond dat héél spannend.
Maar toen werden ze ontdekt, en werd het héél gruwelijk, en het ging van foltering naar marteling en erger.
Ik raakte er helemaal depressief van.
Het tweede boek (vooral bekend door de film met Brad Pitt) begon héél slecht, maar het werd allengs steeds beter.
Ik werd daar optimistisch van...
Zo, nu zal je begrijpen dat het een rit van hoogtes en laagtes was, letterlijk en figuurlijk.
Een lang verhaal

Om een lang verhaal lang te houden, zal ik stukken uit mijn reisdagboek plaatsen, om heel de voorgeschiedenis van Fredje te vertellen.
Na mijn lagere humaniora wilde ik de kunsthumaniora in St.-Lucas Gent volgen. Maar dat mocht niet van mijn moeder, ik moest eerst een 'normale' humaniora volgen. En daarna nog liefst een normale studie, zoals onderwijzer, of zoiets. Maar als 18-jarige trok ik autoliftend naar Gent en schreef me in. Omdat ik geen tekenbasis had, volgde ik eerst een voorbereidend jaar, waarin alle technieken aan bod kwamen. Dan naar de richting publiciteit-fotografie.
Maar mijn technische kwaliteiten waren nog niet goed genoeg, en ik diende te verhuizen naar de richting monumentale kunsten. Dat was een amalgaam van een beetje vanalles, het voornaamste was dat je het goed kon uitleggen. Hetgeen van pas kwam. Het was de tijd van de 'conceptuele kunst': het idee was belangrijker dan de uitvoering...
Maar ik wilde absoluut geen kunstenaar worden. Dat stond zo een beetje gelijk met in de goot gaan liggen.
Ik nam een kunstgalerie over en begon daar ook antiek bij te verhandelen, allez, ik was een kunst- en antiekhandelaar geworden.
Mooi gezinnetje, twee kindjes.
1995
45 jaar: midlife crisis!
Ik ging alleen wonen. Twijfelde tussen schilderen en schrijven.
Maakte wat schilderijtjes, wolken.
Eerst landschappen met wolken, later zonder landschappen.
Maar die schilderijen waren leeg. Ze leefden niet. Er zat geen ziel in.
Crisis! Was ik wel een kunstenaar?
1999
Ik besloot te doen hetgeen veel kunstenaars voor mij gedaan hadden: naar Italië, het land van de hergeboorte: de renaissance. Met de fiets en een tentje. Dàt zou me de tijd en de inspiratie geven om mezelf tegen te komen, en eens een goed gesprek met me te hebben.
Toeval of niet, mijn lievelingsbroer was ook zinnens naar Italië te trekken, de Abruzzen, met zijn campingcar. Ik kocht een fietsrek, snoerde mijn fiets op zijn achterwerk en schreef mezelf in als chauffeur van dat gemoedelijke gezinnetje.
12/07/1999
Garda Meer
Heel de nacht gereden.
An wordt wakker.
'Waar zijn we al?'
'Trentino'
'Amaai, da's niet ver van het Garda Meer, daarheen!'
13/07/1999
Om het fietsen wat gewoon te worden beloof ik vlees te gaan halen voor de BBQ.
Geen beenhouwer te vinden. Ik stap een winkel binnen en probeer uit te leggen dat ik vlees wil. Maar hoe zeg je dat nu in het Italiaans? Ik sta daar in mijn arm te bijten en te smekken, en die man zijn ogen worden steeds groter.
'Nicht verstanden', zegt hij.
Haha, hij spreekt Duits!
'Fleish, Würste!"
Hij wijst naar een baantje, de bergen in, dat zo steil is als de torens van de Dom van Keulen.
Dan maar teruggereden van waar we kwamen, ik had zo'n 10 kilometer terug een supermercado gezien.
Alles diepvries. Weer naar de camping. Alles prima.
14/07/1999
Emilia Romagna
Parco Naturale
Tentje opgeslagen in dit natuurpark, vrij gecampeerd.
Wel goed gaan eten: morgen is het An en mijn verjaardag.
15/07/1999
Toscane
Firenze
Lamporecchio
Camping Barco Reale
Overleg. Morgen trekken ze er vandoor. Dan sta ik hier alleen.
We nemen de kaart van Italië, ik laat mijn wijsvinger een looping maken en punt hem op een plaatsje: Castel Giorgio. Dààr spreken we af op 04/08 om 14h aan de kerk.
Negentien dagen om eens met mezelf alleen te zijn.
49 jaar, wat te doen met mijn leven?
Firenze.
16/07/1999
Lamporecchio
Camping Barco Reale
Daarjuist afscheid genomen. Wasje gedaan. Er zijn 4 Italiaanse madammen met twee tentjes toegekomen, die zich naast mij installeren. Dat betekent tetten en tetteren...
17/07/1999
Het is weekend, er zijn veel tenten bijgekomen. Mijn eerste koffietje gemaakt op mijn mini-vuurtje. En dan mijn eerste maaltijd: pasta met truffels, lekker! En de fles Italiaanse Cabernet die Johan cado deed: ook lekker! Het leven is simpel als het mooi is, en misschien ook omgekeerd.
Vannacht heb ik héél intens gedroomd. Het ging over een meisje dat ik vroeger kende, een zachtaardig blondje met een sterk karakter. In mijn droom deed ze iets in het toerisme. Ze moest het stadhuis versieren, en ze vroeg me om haar te helpen. Ik moest tralies wegnemen, zodat ze betere foto's kon nemen. Maar dat lukte niet goed. De tralies waren van smeedijzer en ik moest toestemming vragen aan een ambtenaar, maar niemand voelde zich bevoegd om een beslissing te nemen.
Dan had ik een droom waarin ik mensen ging bezoeken, in heel gewone wijken en huizen in de middenklassebuurt van bungalow's. Ik moest er iets doen met schilderijen en kaders.
En dan een droom waarin ik deelnam aan een soort natuurritueel met een zeer vredige stemming en een allesoverheersende beige kleur.
Al slapend besefte ik hoe echt het is op de grond te slapen. Ik duwde mijn matras weg en voelde het echte contact met de aarde. Zo moest het zijn: aarding, zodat alle negatieve energie kon wegvloeien.
Ik heb 12 uur geslapen.
Nu zal ik rustig worden.
donderdag 18 januari 2007
Fredje
Help!
In de vorige eeuw, 1999, was ik laureaat van de wedstrijd 'Kunst in de Buurt' ingericht door de dienst Kunsten van de stad Gent.
Ik koos ervoor van het ontwerp in te dienen als team, met mijn dochters.
Dat was een soort cadootje voor hen.
In mei 2002 werd het ingehuldigd.
Het heeft heel wat van me gekost om dat project te realiseren. Maar ik heb er geen spijt van.
Nadat er vandalisme werd vastgesteld, moest ik via de pers vernemen dat de dienst Kunsten overweegt om het dan maar af te breken.
Daarom start ik nu deze weblog.
Regelmatig zal ik hier het hele verhaal posten van het ontstaan, het maken en het wedervaren van het kunstwerk dat nu gewoon de naam Fredje kreeg, omdat het in de Frederik Burvenichstraat staat.
Veel leesplezier!
Geert
In de vorige eeuw, 1999, was ik laureaat van de wedstrijd 'Kunst in de Buurt' ingericht door de dienst Kunsten van de stad Gent.
Ik koos ervoor van het ontwerp in te dienen als team, met mijn dochters.
Dat was een soort cadootje voor hen.
In mei 2002 werd het ingehuldigd.
Het heeft heel wat van me gekost om dat project te realiseren. Maar ik heb er geen spijt van.
Nadat er vandalisme werd vastgesteld, moest ik via de pers vernemen dat de dienst Kunsten overweegt om het dan maar af te breken.
Daarom start ik nu deze weblog.
Regelmatig zal ik hier het hele verhaal posten van het ontstaan, het maken en het wedervaren van het kunstwerk dat nu gewoon de naam Fredje kreeg, omdat het in de Frederik Burvenichstraat staat.
Veel leesplezier!
Geert
woensdag 10 januari 2007
Abonneren op:
Posts (Atom)