
Omdat het Fredje pas in de begroting van het jaar 2001 kon ingeschreven worden, had ik heel het jaar 2000 ter beschikking om mij voor te bereiden.
Na enkele bijeenkomsten met de dienst Kunsten en afgevaardigden van andere diensten, lagen enkele vragen op definitieve afspraken te wachten.
Zou ik een lokaal ter beschikking krijgen om die wolk te maken. Was er een ingenieur van de Technische dienst die een constructieplan en een andere die een stabiliteitsplan kon maken, was er iemand die mij kon helpen om die wolk te maken uit polyester, want dat plan met inox werd afgevoerd, wegens veel te lelijk en te ingewikkeld.
Ik zou wel een ruimte ter beschikking kunnen krijgen, voor een beperkte tijd.
De dienst Feestelijkheden had een groot magazijn gekocht van Ivago, de reinigingsdienst.
Voor de andere problemen moest ik helaas zelf een oplossing vinden.
Mijn broer is architect, die zou wel een oplossing weten. Wederom helaas was niemand van de ingenieursbureau's waar hij mee werkte bereid om zo'n studie te maken. Als ik die wolk van baksteen en beton zou maken, dan was er geen probleem...
De tijd begon te dringen, want ik moest met alles klaar zijn om direct te kunnen starten van zodra het magazijn beschikbaar was.
Uiteindelijk was een jonge ingenieur op een groot studiebureau bereid een constructieplan op te maken.
Was me dat een mastodont!
Ongetwijfeld had hij voor alle zekerheid al zijn uitkomsten met 100 vermenigvuldigd om zeker geen problemen te hebben.
Johan zag dat al niet meer zitten, mijn grote plan. Voortdurend moest ik hem vragen om die studie uit te tekenen op een plan voor het constructieatelier. Tja, die mannen van de bouw, ge moet veel bellen en veel geduld hebben. Ik werd al bijna zot en het moest nog beginnen.
Kerstavond vierden we bij ons moeder, en toen we goed gelachen hadden, haalde ik zijn laptop boven tafel, en ik zei: gedaan met lachen: tekenen!
Hij heeft een goed maar taai hart, en zo geschiedde.
De eerste week van januari trok ik met mijn plan naar een metaalconstructieatelier in de straat waar het Fredje zou komen te staan.
Allemaal goed en wel, wie zou hem betalen?
Ah, de stad Gent!
Oeioei, zegt hij, dat zou drie tot zes maanden kunnen duren. Of ik dat zelf niet wilde betalen?
Dat was nu de vraag die ik vergeten was te stellen: hoe zat dat met de financiering van mijn project, de stad had dat budget toch goedgekeurd, en de fondsen vrijgemaakt?
Neen dus, ik moest dat zelf financieren, en als alles goed en stabiel er stond, mocht ik mijn faktuur opsturen.
Ik kan soms overtuigend zijn. De man bestelde telefonisch de stalen balken, en hij zei er nog bij: ASAP! Dat betekent: as soon as possible. Een man van de daad...
Ik heb dat nog dikwijls gelezen en gehoord, de volgende maanden: wanneer kwam ik die doodskist halen (het was een kolos in de vorm van een lijkkist, en als je die van de Mont Blanc zou smijten, dan kwam die ongetwijfeld levend beneden), en wanneer zou ik overschrijven?
Maar voorlopig was de vraag: hoeveel zou dat kosten. Hij stelde voor van er aan te beginnen en zijn uren te rekenen. Dat had mijn broer afgeraden. Tja, zoiets is altijd af te raden.
'Mijn broer is architect, en heeft uitgerekend dat het 5000 euro zal kosten, BTW inbegrepen', zeg ik. 'En hij heeft altijd gelijk...'
Met de faktuur van de ingenieur zat ik al na twee opdrachten aan de helft van mijn budget. Het begon spannend te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten