De dienst Kunsten, die al op zovele harten had getrapt, met haar onuitputtelijke vragen en verlangens om hand- en spandiensten te verlenen aan het wolkenproject, had nu de dienst Plantsoenen bij de stropdas genomen. De struik diende aangeplant te worden. De verantwoordelijke landschapsarchitekt had gekozen voor de sneeuwbes. Een inheemse struik die het goed doet in stedelijk gebied, en altijd groen blijft.
Ik was er bij toen het team in de aanval ging.
Tot mijn verwarring zag ik dat die architekt een plan ontworpen had, dat bestond uit een slingerend haagje, dat dwars over het pleintje slingerde, en de inplanting van een bankje dat ontworpen en besteld was door nog andere stadsdiensten, en uit gerecycleerd plastiek was gemaakt.
Tja, wat moest ik daar mee?
Het was toch: wolk-regenpijp-struik?
Nu goed, die stuikjes waren piepjong. Ze moesten nog even wennen aan hun nieuwe omgeving en groeien, en groeien. Eigenlijk was dit één van de eerste kunstwerken die ooit ontworpen zijn die alleen maar groeiend zichzelve ik zouden worden. Tijd.
En dat bankje, wel ja, daar kwamen bejaarden op verpozen.
Er was eens een man die zijn pensioen had verdiend als huisschilder, en kritische opmerkingen maakte over dat gekladder op die wolk, dat dat geen stielman waardig was.
Nuja, ik kan soms dodelijk zwijgen...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten