Stormen zal ik bedwingen, armoe en bittere kou...
Zo gaat het er aan toe in het liedje van Raymond v.h.G.
Het was zondag 02.05.2002
Het waaide weer storm.
De dienst Kunsten had een mooi programma geknutseld.
Bovenop de wolk was er een zeil gespannen, om het monument te 'onthullen'.
De kunst bestond erin het zeil daar te laten, en niet van het te laten vallen. Dat bleek niet erg mogelijk. Maar er was ook voorzien in een vrolijk orkestje dat rommelige muziek speelde. Echte kunst. Ik was er zot van, en helemaal gek dat dit alles te mijner eer en glorie gebeurde.
En er was ook een optreden van de legendarische weerman Armand Pien, die een hele speech afstak, waarin hij voorspelde dat Gentbrugge voortaan steeds plaatselijk bewolkt ging blijven, maar dat daar tegenover stond dat er wel altijd twee mooie opklaringen zouden verschijnen in de vorm van mijn dochters...
Spijtig dat ik niet heel zijn lofzang kon horen, ik werd overstelpt met vragen van journalisten. Tja, het was zondag, de persen wachtten op de maandagkrant.
zondag 11 februari 2007
zondag 4 februari 2007
Stürm und Drang!

Ondertussen was de aannemer geweest om de putten, die ook alweer door de dienst Wegenwerken gegraven waren, te vullen met zijn betonijzers en een citern stortbeton.
Hij liet meteen heel die put vollopen met zijn gerief, omdat je niet met een halflege citern terug naar huis rijdt, wat moet je dààr mee doen?
Het zou nog nare gevolgen hebben voor mij. Wel stevig, maar weinig vruchtbaar!
Hij deed dat node. Daar viel niet veel aan te verdienen, maar zijn goede opdrachtgever Johan, mijn broer, had hem dat goed in zijn oren gepeperd, en hij kon daar niet aan weerstaan.
Enkele dagen later, op een donderdag (Thonnerstag!), stuurde de dienst Wegenwerken zijn beste chauffeur om mijn wolk op te halen, en ik stond gereed met mijn Fredje en zijn fietsje.
Het stormde!
Zware luchten, woeste windstoten, soms tot 100 km per uur, had weerman Armand Pien voorspeld...
Het was alsof god nog eens wilde tonen dat hij, en hij alleen scheppingen schiep.
Ik kreeg serieuze tegenwind!
Die paal op die zes ankerbouten krijgen, dat ging nog. Gelukkig klopten de coördinaten van de betonijzers met de gefreesde gaten in de bodemplaat van de paal. Dàt was een meevaller...
Toen moest de binnenconstructie van de wolk op de bovenplaat van de paal gefixeerd worden. Dat was een ander paar mouwen.
Met linten aan de basisconstructie werd de wolk van de vrachtwagen getild.
Ik zeg nog aan die goedmoedige chauffeur dat hij zijn optilpunten goed moet uitkiezen, want zo een wolk, dat doet zijn goesting, dat had ik al ondervonden.
Dat zwaaide naar links, dat zwaaide naar rechts...
Dat zwaaide naar overal, uitgenomen naar die paal.
Gelukkig, nuja, gelukkig..., had ik twee steuntjes aan dat binnenwerk geLasVegast, die buiten de polyesteren wolk uitstaken om ze hanteerbaarder en manipuleerbaarder te maken.
Die goedmoedige chauffeur, een rots van een vent, en ik, een uitgewaaid prototype, stonden daar maar aan die touwtjes te lokken en te trekken.
Er was maar één plaats waar die wolk nièt wilde zijn: boven op die paal!
Ik kreeg er krampen van.
Ik zeg: 'laat ons heel diene boel opgeven, en morgen opnieuw beginnen!'
'Blaaft ruustig', zegt hij.
Ik geef het op...
Wonderwel slaagt hij erin van die twee platen op elkaar te laten rusten...
We waren elkaar met al dat getrek al heel de tijd aan het tegenwerken.
Tjonges toch! Soms heb je personeel teveel.
God verslagen.
Die kloefen van bouten verdwijnen in die ass-holes en ik wring ze zodanig vast dat de eeuwigheid er geen grip meer op heeft.
De tijd doet zijn werk, zondag is het inhuldiging.
Intermezzo
Even terzijde nu.
Mijn jongste dochter Nara kreeg toen dus haar nieuwste project, Imèn.
De dag dat ik deze weblog betrad, kreeg mijn oudste dochter Asoeka haar Estée!
Ongeveer op hetzelfde uur...
't Is voeder voor mensen die niet houden van toeval, maar eerder geloven in synchroniciteit.
Mensen die hun spirituele gelaagdheid aanvaard hebben, dus.
Ik was er toen nog niet aan toe, maar het ging nog komen...
Het geeft wel te denken over dat symbool van vruchtbaarheid, dat ik aan het scheppen was.
Maar we gaan weer verder op het pad van Fredje.
Mijn jongste dochter Nara kreeg toen dus haar nieuwste project, Imèn.
De dag dat ik deze weblog betrad, kreeg mijn oudste dochter Asoeka haar Estée!
Ongeveer op hetzelfde uur...
't Is voeder voor mensen die niet houden van toeval, maar eerder geloven in synchroniciteit.
Mensen die hun spirituele gelaagdheid aanvaard hebben, dus.
Ik was er toen nog niet aan toe, maar het ging nog komen...
Het geeft wel te denken over dat symbool van vruchtbaarheid, dat ik aan het scheppen was.
Maar we gaan weer verder op het pad van Fredje.
Paasvakantie 2

Mijn oudste dochter maakte opmerkingen over het feit dat ik nu al twee keer naar Brazilië was getrokken met haar zus, en nog niet met haar.
Daar moest een eind aan komen.
Maar helaas, mijn opdracht riep me. En had ik toegegeven aan mijn dochter , wel, D.P. had me levend gevild, geschild en gewild. Dat zou vreselijk geweest zijn.
Johan vertrok met zijn gezinnetje in zijn camper naar zuiderse oorden.
Of ik op zijn visjes en het parkietje wilde passen.
Jazeker, ik bracht zelfs het Fredje mee.
Het was een heerlijke veertiendaagse Paasvakantie, alle dagen zon, voortdurend temperaturen van rond de 20 graden, ideaal om met al die chemische producten te werken, in zijn mooie geriefelijke en beschutte tuin.
Het Fredje kreeg vorm, kleur en uitstraling.
Zijn fietsje ook.
Het was nu wachten op het grote ogenblik!
Dat kwam er in de vorm van mijn kleindochter Imèn...
't Fredje

Ik was nu een pak zenuwen kwijt. Het had me superhoog gezeten. Een jaar van hoogspanning. Ik kon nu rustig de dingen hun gang laten gaan. En nu eindelijk eens het Fredje scheppen.
Ik maakte de definitieve tekening en liet die uit metaal snijden met lasertechnologie.
In mijn ontwerp diende dat Fredje tweedimensionaal te zijn, plat dus, omdat het een soort stripfiguurtje moest worden. Maar omdat die lasertechnologie niet kan snijden in platen die dikker zijn dan een centimeter, moest ik er twee laten maken, en die dan laten monteren op een chassis. Zodat het een dikte zou hebben van 5 cm, en dus geen snijmes zou zijn voor een ongelukkige fietser die ertegen reed, en in twee gelijke delen eindigde.
Goed nieuws! Ik mocht mijn Fredjes gaan halen.
De camper van Johan kwam weer goed van pas!
't Is niet waar hé! Ik krijg twee Fredjes van 27 cm hoog, precies het formaat van mijn tekening.
Jamaar, dat moest uitgevoerd worden op een bovengrondse hoogte van 1.20 meter!
Foutje.
zaterdag 3 februari 2007
Het gaat weer vooruit

Die wolk, die stond daar, we zagen de donkerste dagen van het jaar.
Bovenaan was ze nog altijd open, om ze te kunnen transporteren en monteren.
Ik had er een zeil overgespannen, om roest te vermijden.
Maar was dat eigenlijk wel nodig?
Ik had zoveel dag en nacht tijd gehad dat die constructie onder allerlei waterwerende lagen zat, van tin, zink tot rubber en waterwerende verf.
Op een koude sneeuwrijke maandagmorgen is er een trucker tegen gereden. De wolk lag enigszins op zijn zij, de truck, daar waren kosten aan.
Ik bedank de stagiair-ingenieur die mijn constructieplan getekend heeft hartelijk.
Zijn berekeningen waren voorzien op een impact van 65 ton.
Daar moest ocheere een dertigtonner wel even voor wijken.
Er werd een afspraak gemaakt.
Zondag 5 mei 2002 zou de inhuldiging plaatsvinden.
Dan had ik heel de paasvakantie om het Fredje en het fietsje af te werken.
Dat fietsje had ik ondergebracht in mijn kleine appartementje.
Daar kon ik me heel de winter mee zoet houden.
Ik had met mijn fiets alle fietswinkels afgestruind op zoek naar een ideale occasie.
Die vond ik in de buurt van Merelbeke.
12 euro, een topkoop voor iets dat later een begeerd kunstwerk zou worden!
Ik liet het zandstralen, zette er een laag zink op, en de eerste lagen componentenlak.
De bandjes spoot ik op met PU-schuim.
Ik was echter vergeten dat het drijfgas in zo'n spuitbus zwaarder is dan de lucht. Ik zag een wolkige massa zich verspreiden over mijn vloer, en het waakvlammetje van mijn gasradiator bereiken. Opeens stond heel mijn appartement in brand!
Paniek...
Maar omdat het zo'n vluchtig iets was, was het ook vlug opgebrand, en bleef er alleen hier en daar nog een stuk krant branden. Hetgeen ik kon blussen met de spagetti die op mijn vuurtje aan het garen was.
Wat een hondenleven zeg, dat van kunstenaar...
Life goes on



Er was nog niet veel veranderd. Geen andere locatie gevonden.
D.P. belt me om te zien of ik nog leef.
Dat valt dus mee...
Ze vraagt me of ik nu weer dag en nacht aan mijn wolk wil werken, en ik beloof het. Zij het dat het vooral spirituele arbeid zal zijn.
Die wolk moet hoe dan ook kunnen ophangen, anders kan ik nooit zijn buik afmaken.
Ik stop in die wolk wel een aantal dierlijke elementen: aan de linkerkant ziet de wolk er uit als een drachtig paard, en aan de andere kant als een koe met uit-stekende heup, en volle uier.
Tja, het moet toch het symbool van vruchtbaarheid zijn hé?
Maar zullen de mensen dat er in zien? Mensen kijken wel, maar 'zien' weinig...
Vooraan krijgt ze de neus van een dolfijn en een oog aan de linker kant, en een zonnige smile.
Ondertussen blijft Las Vegas maar doorgaan, de wolk steeds groter, in plaats van 4 x 4 x 2 m, meet ze nu 5 x 5 x 2,5 m.
Het feit dat het licht steeds van boven komt, maakt het me extra moeilijk om de effecten en de vormen te maken. In de realiteit zal het licht van overal komen. Dat wordt afwachten...
Maar het kan niet blijven duren.
De dienst Feestelijkheden heeft de sleutel van het magazijn gekregen en de arbeiders zijn begonnen met de grote verhuis. De geur in die ruimte is evenwel niet te harden. Polyester stinkt onmenselijk en 'pakt' op de adem...
Ik beslis van het roer weer in mijn handen te nemen, en huur twee katrollen, elk met een draagkracht van een ton. Ik bevestig die tussen de steunpalen van het dak die het dichtst bij elkaar staan. Valt het dak in, awel, ja, dan ook mijn leven.
Eindelijk kan ik verder werken.
Niet gemakkelijk: hoe bevestig je nu lapjes glasvezel aan wat kippengaas aan de onderkant van een wolk. De oplossing is van eerst de binnenkant te doen, en dan daarop de buitenkant, omdat je daardoor meer 'contact' hebt. Het blijft een vreselijk gedoe...
Als ik ooit maar één spatje polyester in mijn ogen krijg ben ik blind!
Waar moet ik dan naar toe? Ik zit hele dagen alleen in dat magazijn.
Op een dag lig ik weer op mijn rug onder dat beest, en het begint opeens te schuiven, de katrollen leiden het naar zijn laagste punt. Ik kan nog net mijn arm terugtrekken of ik zat klem tussen een 400 kg zware wolk en de betonnen vloer. Hoelang zou ik daar gelegen hebben?
Ik denk er niet meer aan, het heeft me al zoveel ellende gekost, dat ik er wel een arm voor over heb.
De arbeiders van de dienst Feestelijkheden zijn het nu zo kotsbeu van in die stank te moeten werken dat ze een truuk aanwenden. Ze vragen me de sleutel, omdat ze die zogezegd niet bijhebben. Ik geef de mijne af, en ik krijg hem nooit meer terug. Vanaf nu moet ik letterlijk inbreken om verder te kunnen werken.
Het is eind augustus. D.P. voorziet de inhuldiging eind september. Alleen de bouwvergunning moet nog geregeld worden. Ze vraagt of ik écht niet zelf voor een oplossing kan zorgen, om mijn liefdeskind op te bergen...
Mijn werkgever heeft een bus-autocar-en transportbedrijf, misschien wil hij die wolk wel even tussen zijn mobiele kunstwerken laten pauzeren voor veertien dagen...
September wordt uitgesteld naar oktober. Oktober wordt uitgesteld naar november. November wordt uitgesteld naar december. De bouwvergunning wordt maar niet uitgereikt. Normaal kan de stad die zelf geven, maar omdat het een bouwaanvraag van de stad zelf is, moet het via Brussel passeren.
Ik neem de telefoon, zet een groot bord voor mijn ogen waarop staat: 'Vriendelijk Blijven!', en bel naar D.P.
De enige oplossing voor de inhuldiging is de lente van 2002. Ik kan geen funderingen laten gieten in de vrieskou, en om met polyester te kunnen werken moet het minstens 15 graden zijn.
Onmogelijk! Het werk moet uitgevoerd worden in het jaar waarin het budgettair geboekt is. Anders zit de Stadskas in de problemen, want de budgetten zijn al ingeschreven.
Ik hou mijn been stijf, en blijf vriendelijk.
Mijn wolk overwintert op de parking van mijn werk.
Op een dag zegt mijn baas: sinds dat die wolk hier ligt, heeft het nog niet opgehouden met regenen...
Het is waar, het was de natste herfst ooit.
Abonneren op:
Posts (Atom)